ECLI:NL:GHDHA:2018:173
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- J.M. van Baardewijk
- A.H.N. Stollenwerck
- L.N.A. van Veen
- Rechtspraak.nl
Terugplaatsing van een minderjarige na langdurige uithuisplaatsing en de rol van deskundigen in het besluitvormingsproces
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 10 januari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de terugplaatsing van een minderjarige bij de moeder na een uithuisplaatsing van vijf jaar in een pleeggezin. De gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, had in hoger beroep de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing aangevochten, terwijl de moeder verzocht om de gecertificeerde instelling niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. De kinderrechter had eerder de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd, maar het hof oordeelde dat de conclusies uit het NIFP-rapport, dat recentelijk was opgesteld, doorslaggevend waren. Dit rapport concludeerde dat een thuisplaatsing bij de moeder haalbaar was en dat er geen contra-indicaties waren voor terugplaatsing. Het hof oordeelde dat de gecertificeerde instelling onvoldoende had onderbouwd waarom de uithuisplaatsing moest worden voortgezet en dat de moeder, ondanks eerdere zorgen, in staat was om voor de minderjarige te zorgen. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 4 maart 2018, met de opdracht om zo snel mogelijk te starten met de terugplaatsing van de minderjarige bij de moeder. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.