In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid voor waterschade in een appartementsrecht gelegen aan de Hommelseweg/Naell Tynnegieterstraat in Arnhem. De eiser, eigenaar van een restaurant op de begane grond, heeft een waterlekkage aangetroffen in het plafond van zijn restaurant, dat zich onder de woning van de gedaagde bevindt. De eiser stelt dat de lekkage is veroorzaakt door een gebrek in de waterleiding van de bovenwoning van de gedaagde. De rechtbank heeft in eerste aanleg de gedaagde veroordeeld tot schadevergoeding, maar de gedaagde is in hoger beroep gegaan.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de vordering van de eiser niet kan worden toegewezen. Het hof oordeelt dat op basis van de splitsingsakte en het reglement van splitsing de leidingen voor water en vuilwaterriolering die zich in de privégedeelten bevinden, niet tot de gemeenschappelijke gedeelten behoren. Hierdoor kan de gedaagde niet aansprakelijk worden gehouden voor de waterschade, omdat de eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd dat de schade is veroorzaakt door een gebrek in de privé-installatie van de gedaagde. Het hof vernietigt het eerdere vonnis van de rechtbank en wijst de vorderingen van de eiser af, waarbij de kosten van de procedure voor de eiser komen te liggen.
De uitspraak benadrukt het belang van de splitsingsakte in appartementsrechtzaken en de noodzaak voor eisers om voldoende bewijs te leveren voor hun claims. Het hof heeft geoordeeld dat de aansprakelijkheid van de gedaagde niet is komen vast te staan, waardoor de vorderingen van de eiser worden afgewezen.