In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 november 2018 een arrest gewezen ter aanvulling van een eerder arrest van 6 november 2018. De zaak betreft een vordering tot terugbetaling van staatssteun door de gemeente Harlingen aan Spaansen Holding B.V. Het hof heeft vastgesteld dat in het eerdere arrest verzuimd was te beslissen over de gevorderde uitvoerbaarheid bij voorraad. De gemeente had zich niet verzet tegen deze vordering, waardoor het hof besloot deze alsnog toe te wijzen. Daarnaast heeft het hof geoordeeld dat de gemeente recht heeft op terugbetaling van de koopsom van € 6.500.000,-, omdat de koopovereenkomst nietig was verklaard. De gemeente had echter geen voldoende onderbouwing gegeven voor de gevorderde rente over dit bedrag. Het hof heeft de gevorderde rente afgewezen, omdat de gemeente geen zelfstandige grondslag had aangedragen voor deze vordering. Het hof heeft de proceskosten aan de zijde van Spaansen toegewezen en de gemeente veroordeeld tot betaling van deze kosten, evenals de kosten van het hoger beroep. Het arrest van 6 november 2018 blijft verder in stand, met de aangebrachte aanvullingen.