Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
partneralimentatie. In dat geval dient bij de bepaling van de behoefte van de onderhoudsgerechtigde aan partneralimentatie, of de draagkracht voor de betaling van partneralimentatie, het kindergebonden budget buiten beschouwing te blijven.
kinderalimentatie vermindert, geantwoord heeft dat het kindgebonden budget en de daarvan deel uitmakende alleenstaande ouderkop niet in aanmerking dienen te worden genomen bij de bepaling van de behoefte van het kind, maar bij de berekening van de draagkracht van de ouder die het kindgebonden budget ontvangt, en dat, nu de alleenstaande ouderkop en het overige deel van het kindgebonden budget dezelfde aard en strekking hebben, geen grond bestaat om de gestelde vraag voor deze beide onderdelen van het kindgebonden budget verschillend te beantwoorden. Daarbij heeft de Hoge Raad in aanmerking genomen dat het bestaan van de bedoelde regelingen onverlet laat dat het aan de ouders is om in de behoefte van hun kind te voorzien en dat de overheidsondersteuning erop is gericht de verzorgende (alleenstaande) ouder met het oog daarop inkomensondersteuning te bieden (rov. 3.4.2 en 3.4.3; zie nadien HR 30 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2229, NJ 2016/428 en HR 3 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:360).