Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
€ 250,-- met wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 31 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld tot een geldboete van € 350,--, subsidiair 7 dagen hechtenis, en de vordering van de benadeelde partij was toegewezen tot € 100,--. De verdachte had aangever, [benadeelde], op Facebook een 'beul' genoemd, wat leidde tot de aanklacht van smaadschrift. De verdediging betoogde dat niet bewezen kon worden dat de verdachte 'een bepaald feit' had ten laste gelegd, zoals vereist onder artikel 261 van het Wetboek van Strafrecht.
Het hof heeft het hoger beroep behandeld op 17 oktober 2017 en heeft de vordering van de advocaat-generaal gehoord. Het hof oordeelde dat de bewoordingen van de verdachte niet voldeden aan de eisen van artikel 261 Sr, omdat er geen sprake was van een duidelijke, concrete gedraging van de aangever die als feit kon worden aangemerkt. De uitspraak van de politierechter werd vernietigd, en het hof sprak de verdachte vrij van het ten laste gelegde. Tevens werd de benadeelde partij in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan het ten laste gelegde handelen.
De beslissing van het hof benadrukt de noodzaak van een duidelijke en concrete tenlastelegging bij smaad, en dat algemene beschrijvingen of toeschrijvingen van eigenschappen niet voldoende zijn om aan de eisen van de wet te voldoen. Het hof heeft de zaak met zorg beoordeeld en de belangen van zowel de verdachte als de benadeelde partij in overweging genomen.