Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.de vennootschap onder firma[geïntimeerde 1] ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[geïntimeerde 2],
wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde 3],
wonende te [woonplaats] ,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, gaat het om een kort geding tussen De IJsvogel Groep B.V. (DIJG) en een vennootschap onder firma, hierna aangeduid als de geïntimeerden. De zaak betreft een geschil over een concurrentiebeding in een franchiseovereenkomst die door DIJG was opgezegd. De franchiseovereenkomst was oorspronkelijk gesloten door de rechtsvoorganger van DIJG, Vendex, met de geïntimeerden, en had een looptijd van vijf jaar met een mogelijkheid tot verlenging. Na de opzegging van de overeenkomst door DIJG in 2010 ontstond er een diffuse situatie, waarbij partijen in gesprek bleven over de voortzetting van de samenwerking. DIJG vorderde in kort geding dat de geïntimeerden zouden worden verboden om concurrerende activiteiten te ontplooien en eiste betaling van contractuele boetes. De voorzieningenrechter in eerste aanleg wees de meeste vorderingen van DIJG af, met uitzondering van een gedeeltelijke toewijzing van een geldvordering. DIJG ging in hoger beroep, maar het hof oordeelde dat DIJG geen spoedeisend belang meer had bij het gevorderde concurrentieverbod, aangezien de termijn waarvoor dit was gevorderd inmiddels was verstreken. Het hof bekrachtigde het vonnis van de voorzieningenrechter en veroordeelde DIJG in de proceskosten van het hoger beroep.