Uitspraak
1.[appellant] ,
[appellant],
[appellante],
[appellanten] c.s.,
[geïntimeerde],
1.Het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
grief Ivan [appellanten] c.s. is aangevoerd, gaat het hof in hoger beroep uit van de feiten zoals beschreven in de rechtsoverwegingen 2.1 tot en met 2.15 van het bestreden vonnis. Daarmee, en met wat verder in hoger beroep is gebleken, staat het volgende vast.
U heeft mij verzocht de gebeurtenissen ten tijde van de bezichtiging van de bouwlocatie aan de [a-straat] op 24 april jl. met de heer [D] globaal te schetsen.
Het betrof meerdere malen het woord, of een afgeleide er van, dat een ongeneeslijke ziekte aanduid. Voorts werd de heer [D] , de beoogde koper, aangesproken met "en jij kale". Tegen mij zei ze dat ik echt niet moest denken het huis te kunnen verkopen. Voor zover zij nog mijn aandacht had ben ik verder buiten schot gebleven. Het was van een gehalte dat zijn weerga niet kent en grensde aan het ongelooflijke."
(…) Mevrouw [D] groette mij. Ik vroeg of ze het tegen mij had en dat bevestigde zij. Ik vroeg haar mij met rust te laten, waarop [geïntimeerde] antwoordde dat ik wat vriendelijker moest zijn omdat [D] een kleiner huis wil bouwen. Dat irriteerde me. Dus ik antwoordde dat als zij een kleiner huis zouden willen, dat wij bezwaar zullen indienen. [geïntimeerde] was verontwaardigd en zei dat ik niet zo moeilijk moest doen, want het is in ons eigen belang dat er een kleiner huis gebouwd zou worden. Ik antwoordde dat ik dat zelf wel bepaal wat mijn belangen zijn. Het irriteerde me nog meer. [geïntimeerde] zei dat ik me er maar beter bij neer kon leggen, want een huis zal er toch gebouwd gaan worden. Ik antwoordde zoiets van dat het moeilijk zal zijn om je kavel te verkopen als de hele omgeving bezwaren zal indienen. (…) Ik raakte geïrriteerd, omdat ze niet konden en wilden accepteren dat wij bezwaren zullen indienen in geval van een nieuwe vergunningsaanvraag. Dat is namelijk ons goed recht.
Of wij de bouwtekeningen wel hebben ingezien, omdat er alleen een huis gebouwd mag worden van piepschuim
Mede door de bedreigende uitlatingen van de fam. [appellanten] zijn wij niet verder gegaan met het eerder genoemde project en hebben elders een huis gekocht."
Ik was bezig met plantjes te planten in de tuin samen met mijn man en dochter. Ze
en sloot de discussie af met de opmerking dat ze dan maar beter het programma 'Bonje met de Buren' kunnen inschakelen, want op zo'n voet kunnen we niet verder als toekomstige buren. Als zij nu al zo vijandig zijn, wat voor ruzie zouden we krijgen als ze erachter komen dat wij bezwaren zullen indienen tegen elke nieuwe bouwvergunningsaanvraag?"
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De beoordeling van de grieven en de vordering
grieven II en IIItegen de overwegingen die de voorzieningenrechter ten grondslag heeft gelegd aan de beslissing om - met name - [appellante] te verbieden met potentiële kopers van [geïntimeerde] in contact te treden. Volgens [appellanten] c.s. hebben zij de lezing die haar gesprekspartners van de gebeurtenissen hebben gegeven ( [geïntimeerde] , [C] en [F] ) gedetailleerd en gemotiveerd betwist. Bovendien zijn naast het (betwiste) optreden van [appellante] meerdere redenen aan te wijzen die het afhaken van potentiele kopers kunnen verklaren.
rieven I en IIIstrekken tot toewijzing van deze vorderingen.
datperceel, en dat de mededelingen die op deze site worden gedaan voor
diepersonen als een waarschuwing kan worden opgevat, maakt dat niet anders. Het staat [appellanten] c.s. in beginsel immers vrij zich daaromtrent op internetfora negatief te uiten en een gekleurd beeld van de ontstane situatie te schetsen - ook als zij eigenlijk niet van plan zijn hun eigen huis te verkopen, zoals [geïntimeerde] stelt. Dat zij daarbij op dit moment de grenzen van het toelaatbare overschrijden, is niet aannemelijk geworden. Voor de aan de gevorderde verklaring op Facebook ten grondslag gelegde onrechtmatige uitlatingen ten slotte, ontbreekt elke onderbouwing.
5.De slotsom
€ 1.341,-(1,5 punten x tarief II)
€ 447,-(0,5 punten x tarief II)