Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 20 april 2016 te [plaats 1] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven, meermalen, althans eenmaal, (een) stekende beweging(en) heeft gemaakt met een (groot) mes, althans met een scherp en/of puntig voorwerp, in de richting van het (boven)lichaam van die [slachtoffer] , waarbij/waardoor haar bovenlichaam werd geraakt terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
subsidiair:
hij op of omstreeks 20 april 2016 te [plaats 1] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen meermalen, althans eenmaal, (een) stekende beweging(en) heeft gemaakt met een (groot) mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de richting van het (boven)lichaam van die [slachtoffer] , waarbij/waardoor haar bovenlichaam werd geraakt terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
hij op of omstreeks 20 april 2016 te [plaats 1] [slachtoffer] heeft mishandeld door met kracht en gebalde vuist op het hoofd en/of het (boven)lichaam van die [slachtoffer] te slaan en/of te stompen.
hij op of omstreeks 20 april 2016 te [plaats 1] in een woning, gelegen aan het [adres] en in gebruik bij [slachtoffer] , althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, wederrechtelijk is binnengedrongen, immers is hij zonder voorkennis van rechthebbende, zijnde die [slachtoffer] , en anders dan ten gevolge van een vergissing binnengekomen en aldaar aangetroffen in de voor de nachtrust bestemde tijd.
Overweging met betrekking tot het bewijs
Bewezenverklaring
hij op
of omstreeks20 april 2016 te [plaats 1] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven, meermalen
, althans eenmaal, (een
)stekende beweging
(en)heeft gemaakt met een
(groot
)mes,
althans met een scherp en/of puntig voorwerp,in de richting van het
(boven
)lichaam van die [slachtoffer] , waarbij
/waardoorhaar bovenlichaam eenmaal werd geraakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
hij op
of omstreeks20 april 2016 te [plaats 1] [slachtoffer] heeft mishandeld door met kracht en gebalde vuist op het hoofd en /of het
(boven
)lichaam van die [slachtoffer] te slaan en
/of testompen.
hij op
of omstreeks20 april 2016 te [plaats 1] in een woning, gelegen aan het [adres] en in gebruik bij [slachtoffer] ,
althans bij een ander of anderen dan bij verdachte,wederrechtelijk is binnengedrongen, immers is hij zonder voorkennis van rechthebbende, zijnde die [slachtoffer] , en anders dan ten gevolge van een vergissing binnengekomen en aldaar aangetroffen in de voor de nachtrust bestemde tijd.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Beslag
Vordering van de benadeelde partij [naam 1]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren.
5 (vijf)jaren op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [naam 1] (geboren [geboortedatum 2] te [geboorteplaats 2] ).
2 (twee)weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan.
5 (vijf)jaren zich niet zal bevinden binnen de bebouwde kom van de gemeente [plaats 1] .
2 (twee)weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan.
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
Vordering van de benadeelde partij [naam 1]
€ 7.954,47 (zevenduizend negenhonderdvierenvijftig euro en zevenenveertig cent) bestaande uit
€ 7.954,47 (zevenduizend negenhonderdvierenvijftig euro en zevenenveertig cent) bestaande uit € 454,47 (vierhonderdvierenvijftig euro en zevenenveertig cent) materiële schade en € 7.500,-- (zevenduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
74 (vierenzeventig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.