Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant 1] ,
[appellant 3]
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Stedin Netbeheer B.V.
Stedin Netten B.V.
N.V. Stedin Netten Utrecht),
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- het proces-verbaal van de op 13 juni 2016 gehouden descente en comparitie van partijen met een door [het drietal appellanten] overgelegde productie,
- een akte d.d. 6 september 2016 van Stedin de akte is door beide partijen overgelegd als onderdeel van het procesdossier, zodat het hof de akte als zodanig aanmerkt ook al vermeldt de rolkaart de akte niet en ontbreekt die akte in het door de griffie bijgehouden dossier,
- de memorie van grieven met producties,
- de memorie van antwoord,
- een akte van [het drietal appellanten] en een antwoordakte van Stedin.
2.De vaststaande feiten
In de rechtsoverwegingen 2.1. tot en met 2.15. van het eindvonnis van 9 december 2015 van de rechtbank zijn meer feiten vastgesteld. Die feiten staan in hoger beroep eveneens vast.
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
Partijen zijn het erover eens dat deze laatstbedoelde overeenkomst in 2010 door Stedin is opgezegd, maar volgens [het drietal appellanten] is de buurweg daardoor niet opgeheven.
Hieruit maakt het hof op dat de bewoners/gebruikers van het pand [adres] sinds het midden van de jaren ’40 van de vorige eeuw niet alleen door de steeg hebben gelopen, maar ook met auto’s door de steeg hebben gereden.
Tevens is onweersproken dat [persoon A] de steeg heeft bestraat, ook waar het om de grond van PUEM/Stedin gaat, en dat hij het perceel van PUEM/Stedin op enig moment heeft afgesloten, door dwars op de rij-/looprichting van de steeg een hek te plaatsen. [persoon A] en PUEM/Stedin beschikten over de sleutel van het hek en hebben daarna de steeg gebruikt, wat betreft PUEM/Stedin om personeel van en naar het transformatorhuis te laten gaan.
wettelijkevermoeden. Het wettelijke vermoeden houdt in dat eigendom vrij is (van beperkte rechten), terwijl hier nu juist is gebleken van een vermoeden van bezit van het recht van buurweg, dus van een beperking van de eigenaarsrechten. Overeenkomstig de rechtsregel van het arrest van de Hoge Raad zal het hof Stedin opdragen om tegenbewijs tegen dit jurisprudentiële vermoeden te leveren.
Indien Stedin gebruik van deze gelegenheid zal maken, zal [het drietal appellanten] daarbij de kans krijgen om nader bewijs bij te brengen. Het hof wijst haar erop dat zij daarvoor niet zonder meer een tweede kans zal krijgen, ook niet indien het hof bij later arrest zou oordelen dat Stedin het tegenbewijs heeft geleverd.
5.De beslissing
uitsluitendbewijs door bewijsstukken wenst te leveren, zij die stukken op de roldatum
22 augustus 2017in het geding dient brengen,
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zal opgeven op de
roldatum 22 augustus 2017, waarna dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;