ECLI:NL:GHARL:2017:545
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Wijziging kinderalimentatie en ontvankelijkheid van de bewindvoerder in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 26 januari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van kinderalimentatie. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, heeft de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland van 4 april 2016 aangevochten, waarin de kinderalimentatie op nihil was gesteld. De man, verweerder in hoger beroep, had verzocht om de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen te verlagen. De vrouw stelde dat de man niet-ontvankelijk was in zijn verzoek, omdat de bewindvoerder als formele procespartij had moeten optreden. Het hof oordeelde dat de bewindvoerder inderdaad de formele procespartij is, maar dat de vrouw in dit geval ontvankelijk was in haar hoger beroep omdat de bewindvoerder op de hoogte was van de procedure en akkoord ging met het beroepschrift.
Het hof heeft vervolgens de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld. De man en de vrouw hebben samen twee kinderen, en de man heeft in het verleden een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding vastgesteld gekregen. De rechtbank had de bijdrage op nihil gesteld, maar het hof oordeelde dat er sprake was van een relevante wijziging van omstandigheden, namelijk dat de man minder is gaan verdienen. Het hof heeft vastgesteld dat de man een uitkering ontvangt en dat hij zich inspant om zijn verdiencapaciteit te benutten. De man heeft ook kosten voor de kinderen voor zijn rekening genomen, wat het hof als een bijdrage in natura beschouwde.
Uiteindelijk heeft het hof de bestreden beschikking vernietigd en de eerdere beschikking van de rechtbank Utrecht van 17 november 2010 gewijzigd, waarbij de kinderalimentatie opnieuw op nihil werd gesteld. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hof heeft het meer of anders verzochte afgewezen.