Uitspraak
1.[appellant] ,
[appellante]
[appellanten] c.s.,
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde2]
geïntimeerden,
[geïntimeerden] c.s.,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 12 augustus 2014;
- het tussenarrest d.d. 25 november 2014 waarin een comparitie na aanbrengen is gelast;
- nadat partijen hebben afgezien van een comparitie na aanbrengen is doorgeprocedeerd;
- de memorie van grieven (met productie);
- de memorie van antwoord;
- het tussenarrest d.d. 2 februari 2015 waarbij een comparitie na antwoord is bevolen;
"dat het het Gerechtshof behage het vonnis van de Rechtbank Noord-Nederland, afdeling Privaatrecht, locatie Assen, kamer voor kantonzaken, op 20 mei 2014 onder nummer 2732444 CV EXPL 14-427 tussen [appellanten] c.s. als eisers en [geïntimeerden] c.s. als gedaagden gewezen, te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de oorspronkelijke vorderingen van [appellanten] c.s. alsnog toe te wijzen, en met veroordeling van [geïntimeerden] c.s. in de kosten van beide instanties."
3.De vaststaande feiten
"We lopen nu wel tegen een nieuw probleem aan (...), omdat de geplande inrit gedeeltelijk is voorzien op de plaats waar sinds jaar en dag onze schuur staat. Deze schuur is gebouwd tegen de winkel van de heer [B] en heeft daarmee een muur gemeen. Deze schuur staat weliswaar voor een meter op de grond van de heer [B] , maar is indertijd in goed overleg en met wederzijds goedvinden op die plaats gebouwd. De bevestiging van deze overeenkomst staat vermeld in de hypotheekakte die wij bij aankoop van onze huidige woning hebben ontvangen. .... "
"(...) In deze brief (een volgende brief aan de gemeente), geven wij aan dat wij ons hebben vergist in de vermelding in de hypotheekakte. Wat wij wel aangeven is, dat de situatie zoals wij die indertijd hebben aangetroffen de situatie is zoals die nu is. Wij hadden geen enkele reden om, toen wij deze woning kochten, te vermoeden dat de schuur is gebouwd anders dan in goed overleg tussen jullie en de Familie [geïntimeerden] ."