Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
geïntimeerde in het incidenteel hoger beroep,
appellant in het incidenteel hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
26 november 2014, 1 april 2015 en 10 juni 2015 op de bestreden punten te vernietigen en haar vorderingen volledig toe te wijzen met veroordeling van de gemeente in de kosten van beide instanties.
3.De vaststaande feiten
Locatie Vicary:
Stichtingsbestuur Ochtens Dorpshuis:Tussen de gemeente en het bestuur van de Stichting Ochtens Dorpshuis heeft overleg plaatsgevonden over de verplaatsing van deze functie vanuit de locatie De Vicary naar het voormalige gemeentehuis. Het bestuur staat positief tegenover de mogelijkheid van een nieuw dorpshuis maar is in de besluitvorming nog niet zover. De locatie van het voormalige gemeentehuis was bij 3 van de 4 bestuursleden onbekend. (…)
De Stichting is eigenaar van de huidige dorpshuis locatie De Vicary. De gemeente is hiertoe niet beschikkingsbevoegd.
De vergadering stelt vast dat dit in afwijking is van het gestelde uitgangspunt in het selectiedocument.
Partijen dienen deze consequentie nauwgezet te bewaken.”
Stichtingsbestuur Ochtens Dorpshuis:Tussen de gemeente en het bestuur van de Stichting Ochtens Dorpshuis zal op 01 juli 2009 een intentieovereenkomst zijn afgesloten m.b.t. de inkoop van de Vicary-locatie.
: “de geselecteerde ontwikkelaar neemt alle kosten van het haalbaarheidsonderzoek, ook die de gemeente maakt, voor haar rekening”. CCO heeft op
17 december 2008 een residuele grondaanbieding afgegeven aan de gemeente waarop de betreffende kosten, de kosten van het gemeentelijk apparaat, vervolgens in mindering worden gebracht.
Stichtingsbestuur Ochtens Dorpshuis:[persoon 1] [namens de gemeente, hof] deelt mede dat het gesprek van de Gemeente met het Stichtingsbestuur moeizaam is verlopen (…). Bij volharding van het Stichtingsbestuur in haar houding is vertraging van de plannen niet te vermijden, immers over de locatie Vicary kan dan niet worden beschikt.
stelt voor gezamenlijk met CCO een gesprek met het Stichtingsbestuur te voeren. CCO geeft aan hiertoe bereid te zijn. CCO zal de uren voor de besprekingen apart bijhouden. (…)
Stichtingsbestuur Ochtens Dorpshuis:Op 27 mei jl. heeft overleg plaatsgevonden tussen de gemeente, het Stichtingsbestuur Ochtens Dorpshuis en CCO. (…)
Op hoofdlijnen is er gesproken over:
(…)
2. Het bestuur ziet niets in een verplaatsing van het dorpshuis naar het voormalige gemeentehuis (in zijn huidige vorm en uitstraling). (…)
(…)
“De geconstateerde situatie rond de Stichting Ochtens Dorpshuis en de oplossingsmogelijkheden die er voor de gemeente zijn”.
Hoewel de gemeente niet voornemens was om, met de op de oorspronkelijke planopzet geselecteerde, ontwikkelingscombinatie alternatieve scenario’s te bespreken heeft zij besloten om deze alsnog te onderzoeken. (…)
CCO houdt zich niet verantwoordelijk voor de kosten a.g.v. de vertraging en zal deze verrekenen met het uitgebrachte grondbod. De voorbereidingskosten van de gemeente werden al in mindering gebracht op dit bedrag. In de situatie dat het niet tot een project komt zal CCO deze kosten bij de gemeente in rekening brengen.
[persoon 1] stelt voor om voor de verrekening het gestelde in de GREX-wet ten aanzien van exploitatiekosten te hanteren. CCO zal dit onderzoeken.”
22 oktober 2009, nr. 8
Organisatie:
[persoon 1] zal dit aan de burgemeester en de wethouder voorleggen. (…)
[persoon 2] spreekt zijn zorg uit over het feit dat er ten opzichte van 2 juli jl. (stuurgroepoverleg) geen voortgang is geboekt c.q. een oplossing uitblijft. Hij biedt aan om de gesprek met bestuur en de exploitant door CCO te laten voeren. [persoon 1] legt dit voor aan B&W.
Haalbaarheidsonderzoek:De termijn waarbinnen het onderzoek wordt afgerond loopt uit naar 1 januari 2010.”
9 juli 2010 is gevoegd, laat de gemeente aan CCO weten dat het bestuur van de Vicary bereid is mee te werken aan de verplaatsing van het dorpshuis onder een aantal voorwaarden. In het verslag van het stuurgroepoverleg is opgenomen dat de gesprekken met het bestuur ertoe hebben geleid dat het er naar uitziet dat men bereid is te verhuizen naar het oude gemeentehuis en dat er nog een aantal gesprekken nodig is “maar het ziet er goed uit”.
”Als gevolg van het besluit van het bestuur van ‘Stichting Ontmoetingscentrum Ochten om zich niet aan de Molendam 30 (het voormalige gemeentehuis) te vestigen, zal de voorgenomen verkoop van haar grondeigendom aan de gemeente eveneens geen doorgang kunnen vinden. Onlangs is hierover een tweetal besprekingen gevoerd tussen de Combinatie Centrumplan Ochten (CCO) en de gemeente Neder-Betuwe.
Hoe in het licht van het voorgaande omgegaan moet worden met de prijsvraag uit 2008, was de rode draad van deze besprekingen. Kernvraag hierbij is of het de gemeente vrij staat om door te gaan met de in 2008 geselecteerde partij (CCO) en verder te onderhandelen over een alternatief plan of dat zij opnieuw zal moeten aanbesteden. (…)
Het wegvallen van de beoogde ontwikkeling op de locatie van De Vicary is te kwalificeren als een wezenlijke wijziging. De beoogde ontwikkeling binnen dit deelgebied maakte een belangrijk onderdeel uit van het project. De ontwikkeling op de locatie van de Vicary omvatte zelfs het grootste deel van het totale bouwprogramma van het project.
In het selectiedocument is geen enkel voorbehoud opgenomen ten aanzien van mogelijke wijzigingen in het bouwprogramma. Noch ten aanzien van problemen in het kader van de verwerving van de benodigde percelen door de Gemeente. Er is zelfs expliciet vermeld dat de uitgenodigde partijen er bij hun inschrijving juist van uit dienden te gaan dat De Vicary in eigendom was van de gemeente:
“De Vicary is in eigendom van het bestuur van de Vicary, de gemeente treed in dit geval echter op als vertegenwoordiger van het bestuur. U dient er voor deze selectie van uit te gaan dat de gemeente eigenaar is.”De prijsbieding en het ontwikkelplan van de uitgenodigde partijen zullen dan ook voor een groot deel gebaseerd zijn op de beoogde ontwikkeling op de Vicary locatie. Het wegvallen van deze deellocatie en daarmee de beoogde ontwikkelingsmogelijkheden, heeft zeker invloed op de geboden prijzen en de ingediende ontwerpen voor het gehele project. Dit betekent dat er een reële mogelijkheid bestaat dat een selectie op basis van voorwaarden waarin de beoogde ontwikkeling van de Vicary niet is meegenomen, zou hebben geleid tot de keuze voor een andere offerte cq bieding. Een wezenlijke wijziging als hiervoor uiteengezet onder b. Immers de prijs en het ontwerp (visie en kwaliteit) telden ieder voor 30% mee in de beoordeling van de inschrijving.
Op grond van het voorgaande is het de gemeente
niet toegestaanverder te onderhandelen met CCO over een alternatief plan.
Op grond van het advies (…) heeft het college van B&W op 02-08-2011 besloten de onderhandelingen met CCO op basis van de prijsvraag te staken.
Verder heeft het college van B&W besloten in principe haar publiekrechtelijke medewerking te verlenen aan een alternatief plan welke op initiatief van een marktpartij wordt ingediend om de beoogde winkelconcentratie aan het Dr. M. van Drielplein te realiseren. Naast CCO kan dat ook een andere marktpartij zijn.”
”Vooropgesteld staat dat in onze optiek van het door u gestelde ‘wegvallen’ van de beoogde ontwikkeling van De Vicary geen sprake is. Die conclusie van de gemeente beschouwen wij dan ook als veel te voorbarig.
De problemen rondom de verwerving van locatie De Vicary door de gemeente zijn reeds geruime tijd bij alle partijen bekend. Eveneens is in een vroegtijdig stadium van de samenwerking aan het licht getreden dat ook andere uitgangspunten uit de selectieleidraad onjuist zijn. (…)
In de daarop volgende besprekingen van het projectteam is gezocht naar een oplossing voor de ontstane situatie. De verstrekkende gevolgen voor planning en kosten als gevolg van deze afwijking van uitgangspunten zijn in dat kader tevens aan de orde gesteld. Daarbij hebben wij namens CCO steeds benadrukt dat de ontstane problematiek rondom locatie De Vicary, alsmede de daaruit voortvloeiende financiële gevolgen, voor rekening komt van de gemeente. Wij verwijzen naar de diverse gespreksverslagen uit de desbetreffende periode.”
“De gemeente heeft zich tot het uiterste ingespannen om tot overeenstemming te komen met het bestuur. Ondanks het feit dat de onderhandelingen niet altijd even soepel zijn verlopen, was er geen enkele aanleiding dat de onderhandelingen ertoe zouden leiden dat partijen niet tot overeenstemming zouden komen. Sterker nog op het moment dat het bestuur van De Vicary schriftelijk had aangegeven van de verhuizing naar de Molendam 30 [het oude gemeentehuis, hof] af te zien lag er een conceptovereenkomst waarover de onderhandelingen met de raadsman van het bestuur in een eindfase leken te zijn.
Het is dan niet aannemelijk dat CCO een andere onderhandelingsresultaat met het bestuur van de Vicary zou hebben bereikt.”
Inmiddels hebben wij via uw secretariaat een afspraak gemaakt voor maandag 30 maart a.s. te 11.00 uur om ons aangepaste plan voor het centrum van Ochten aan uw college te presenteren.”
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
1 april 2015 en MKB opgedragen haar schade-opstelling aan te passen aan de uitgangspunten van de rechtbank. Bij akte van 29 april 2015 heeft MKB haar aangepaste schade-opstelling in het geding gebracht die sloot op een bedrag van € 106.555,48. De gemeente heeft daarop niet gereageerd. Bij vonnis van 10 juni 2015 heeft de rechtbank de gemeente tot betaling van voormeld bedrag veroordeeld. De kosten heeft de rechtbank gecompenseerd.
5.Debeoordelingvandegrievenendevordering
1. de gemeente zal – onder het voorbehoud van de haalbaarheid en het sluiten van de realiseringsovereenkomst – haar grondpositie ten aanzien van het oude gemeentehuis, de woning aan de Lambertus van Ingenstraat en de Vicary overdragen aan CCO. De eigendom van deze in de ontwikkeling betrokken percelen is voorondersteld. De overdracht en daarmee de eigendom van de percelen betreft een resultaatsverbintenis;
2. CCO zal – onder het voorbehoud van de haalbaarheid en het sluiten van de realiseringsovereenkomst – voor eigen rekening en risico de publiekrechtelijke bestemming naar de wensen van de gemeente uitvoeren op de in alsdan in eigendom verkregen grond en opstallen;
3. de gemeente en CCO zullen zich beide inspannen om de intentieovereenkomst en realisatieovereenkomst te sluiten en uit te voeren.
6.De beslissing
10 juni 2015 een bedrag van € 106.555,48, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
14 februari 2014 is toegewezen, vernietigt dat vonnis in zoverre en doet in zoverre opnieuw recht:
€ 103.801,48, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 20 december 2012 tot aan de dag van algehele voldoening;