Uitspraak
[appellant],
Sikkens,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland, waarin hij werd veroordeeld tot betaling van € 8.696,80 aan Schildersbedrijf Sikkens B.V. voor schilderwerkzaamheden die in maart 2012 in de woning van zijn ex-partner zijn uitgevoerd. Het hof heeft de feiten van de zaak vastgesteld, waaronder de ondertekening van een opdrachtbevestiging door [appellant] en de daaropvolgende facturen die op zijn naam zijn gesteld.
Het hof heeft vastgesteld dat Sikkens voldoende bewijs heeft geleverd dat [appellant] de opdrachtgever was voor de werkzaamheden, ondanks zijn betwisting dat hij geen partij was bij de overeenkomst. Het hof oordeelt dat de ondertekening van de opdrachtbevestiging door [appellant] een gerechtelijke erkentenis vormt, die niet kan worden herroepen zonder overtuigend bewijs van dwaling of onvrijwilligheid.
De vordering van [appellant] om het vonnis van de rechtbank te vernietigen en de vorderingen van Sikkens af te wijzen, is afgewezen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt [appellant] in de proceskosten van Sikkens. De beslissing is genomen op 25 april 2017.