Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
,
1.Het geding in eerste aanleg
27 mei 2015 en 7 oktober 2015 die de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, heeft gewezen.
2.Het geding in hoger beroep
€ 34.528,38, vermeerderd met rente en kosten.
3.De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
“Indien de te leveren roerende zaak nog tot stand moet worden gebracht en de overeenkomst krachtens welke deze zaak moet worden geleverd voldoet aan de omschrijving van artikel 750, dan wordt de overeenkomst mede als een consumentenkoop aangemerkt indien de overeenkomst wordt gesloten door een aannemer die handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, en een opdrachtgever, natuurlijk persoon, die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. De bepalingen van deze titel en die van afdeling 1 van titel 12 zijn naast elkaar van toepassing. In geval van strijd zijn de bepalingen van deze titel van toepassing.”
€ 35.000 als richtprijs (artikel 7:752 lid 2 BW) moet worden aangemerkt omdat dat bedrag, vermeerderd met 10 %, sanitair en btw, nog onder het door [geïntimeerde] betaalde ligt. Indien [geïntimeerde] niet in zijn bewijslevering slaagt, geldt het volgende.
6.De beslissing
roldatum 28 maart 2017, waarna dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;