Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
1.
hij in de periode van 1 november 2005 tot en met 31 oktober 2011 in de gemeente [gemeente 1] en/of [gemeente 2] en/of [gemeente 3] en/of [gemeente 4] en/of [gemeente 5] , althans in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het plegen van valsheid in geschrift ten behoeve van hypotheekfraude en/of vastgoedfraude en/of het verschaffen van verblijf/woonruimte aan illegale vreemdelingen in Nederland en/of het plegen van witwassen en/of het plegen van geweldsdelicten en/of bedreigen met geweldsdelicten.
2.
3.
vermeld op de nota van afrekening aan [stroman 2] "aflossen hypotheek: [medeverdachte] 138.363,16" en/of
vermeld op de nota van afrekening aan [stroman 3] "aflossen hypotheek: [medeverdachte]
vermeld op de nota van afrekening aan [stroman 1] "aflossen hypotheek: de heer [medeverdachte] 148.888,70",
vermeld op de nota van afrekening aan [stroman 4] "aflossen hypotheek: [medeverdachte] 135.000,00",
Vrijspraakoverweging
1. Tenlastelegging
2. Feiten en omstandigheden
3. Standpunt openbaar ministerie
4. Standpunt verdachte
5. Beoordeling
en winst". Voor zover de nota's van afrekening op dat punt als materieel vals moeten worden aangemerkt geldt dat van opzet op die valsheid niet is gebleken. Voldoende aannemelijk is namelijk dat die vermelding zijn oorzaak vindt in een zekere administratieve onvolkomenheid veeleer dan in het opzet te verhullen dat winst gemaakt is. Daarbij wordt in overweging genomen dat er geen reden is te twijfelen aan verdachtes verklaring dat ook de tussenpersoon alle relevante stukken, waaronder de nota van afrekening, ontving, nu één van de betreffende tussenpersonen ( [stroman 3] ) die stukken aan de politie heeft overhandigd.