Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Winterswijk(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
.
3.Het geschil
4.Beoordeling van het geschil
- Uit de getuigenverklaring die [O] bij de Rechtbank heeft afgelegd kan, anders dan belanghebbende doet, niet worden afgeleid dat [O] de desbetreffende aantallen vierkante meters muren heeft gelijmd en de betwiste facturen heeft uitgereikt aan belanghebbende. [O] heeft desgevraagd ontkend onderaannemers te hebben ingeschakeld. Op de vraag van de Inspecteur of de facturen door hem zijn uitgereikt, heeft [O] geantwoord dat één factuur, die met het bedrag € 470, van hem kan zijn, maar de rest niet. De factuurbedragen waren in ieder geval veel lager. Op de vraag van de Inspecteur of de handtekeningen op de betwiste facturen van hem zijn, heeft [O] ontkennend geantwoord.
- De facturen die volgens [O] niet van hem afkomstig zijn, lijken niet op de factuur met de datum 20 juni 2008, het nummer 1, het bedrag € 470 en de vermelding “BTW verlegd”, waarvan [O] heeft verklaard dat deze wel van hem afkomstig kan zijn. Om te beginnen is de naam van degene die de prestaties heeft verricht, verschillend. Op de vermoedelijk echte factuur staat de naam “ [O] ” en op de betwiste facturen “ [S] ”. Op de factuur die [O] als mogelijk van hem afkomstig heeft aangewezen, staat geen handtekening. De opmaak is totaal anders dan die van de betwiste facturen. Voorts zijn er verschillen wat betreft de gegevens die [O] betreffen. Zo is de straatnaam anders weergegeven (“ [b-straat] 23” op de vermoedelijk echte factuur ten opzichte van “ [b-straat] 23” op de betwiste facturen), ontbreken op de betwiste facturen een spatie tussen de cijfers en de letters van de postcode en de plaatsnaam, [Z] , en is op de betwiste facturen “Nederland” toegevoegd aan het adres.
- De FIOD-ECD concludeert in de onder 2.10 deels geciteerde ambtsedige verklaring dat de handtekening op de betwiste facturen niet die van [O] is. Tussen de handtekening op de betwiste facturen en de handtekening op de getuigenverklaring van [O] , zijn opvallende verschillen te zien. Op de betwiste facturen staat namelijk “ [O] ” voluit als handtekening, met een dubbele haal dwars door de naam. Op de getuigenverklaring, maar ook op de aangifte die [O] bij de politie heeft gedaan, staat een initiaal gevolgd door [O] , waarbij de H wordt doorkruist door een krul. Verder is deze handtekening niet onderstreept of versierd. Deze laatstbedoelde handtekening komt sterk overeen met de handtekening die [O] heeft geplaatst op de werkbon die [Q] aan belanghebbende heeft gestuurd voor werk in Harderwijk, Zwolle en Winterswijk. Op deze werkbon wordt [O] genoemd als een van de personen die vierkante meters heeft gelijmd.