Uitspraak
[appellant],
Van de Kamp,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
6.a. Het is de werknemer niet toegestaan nevenwerkzaamheden te verrichten behoudens
(…) Voornoemd meest recente incident, is voor ons als werkgever onacceptabel. Wij moeten alle werknemers 100% kunnen vertrouwen, zowel qua werken, als qua vrij nemen. Je mag als werknemer met een verantwoordelijke baan niet liegen, ook niet over de reden van vrij willen nemen. Het zo zwaar aanzetten (liegen dat je neefje isoverleden aan leverkanker)om een dag vrij ingepland te krijgen, is voor ons als werkgever dan ook uit den boze. Wij zullen jou hoe dan ook een maatregel/sanctie opleggen. (…)”
Voor uw werkgever staat vast dat u haar eendringende reden voor ontslag op staande voet heeft gegeven. Dat heeft u gedaan doordat u door uw daden, eigenschappen en gedragingen een situatie heeft laten ontstaan dat “van uw werkgever in redelijkheid niet gevergd kan worden om de arbeidsovereenkomst met u te laten voortduren”.
4.De verzoeken aan de kantonrechter en de beoordeling daarvan
5.De beoordeling in het principaal en incidenteel hoger beroep
.
Nog effe jong… dan bisse van det gepruts aaf van dae koekwous” weliswaar onzorgvuldig, maar niet zodanig verwijtbaar dat deze een ontslag op staande voet rechtvaardigt, waarbij van belang is dat de naam van Van de Kamp in deze mededeling niet is genoemd.