Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Arnhem(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
Kosten van grond- en hulpstoffen, inkoopprijs van de verkopen
- Brief van 17 april 2013 van [H] B.V. aan belanghebbende over de mogelijke plaatsing van belanghebbende op de lijst met freelance vliegers na het behalen van zijn CPL-brevet;
- Brief van 19 april 2013 van [I] , waarin belanghebbende wordt genoemd als een potentiële piloot na het behalen van zijn CPL-brevet;
- Brief van 21 september 2014 van [J] B.V. aan belanghebbende met het voornemen belanghebbende na het behalen van zijn CPL-brevet in te zetten als Commercial Pilot;
- Brief van 28 november 2014 van [K] aan belanghebbende met het verzoek om informatie over vliegreizen naar bepaalde buitenlandse bestemmingen vanaf april 2015;
- E-mail van 18 februari 2015 van [L] namens twee tour operators aan belanghebbende met het verzoek informatie te verstrekken over mogelijke vliegdiensten;
- Diverse e-mails aan belanghebbende uit 2015 en 2016 met korte vragen over mogelijke vluchten die door belanghebbende kunnen worden uitgevoerd.
3.Geschil
- Of een nieuw feit aanwezig is (navorderingsaanslagen 2008 en 2009);
- Of de vliegkosten kwalificeren als ondernemingskosten;
- Of de vliegkosten kwalificeren als scholingsuitgaven;
- Of de Rechtbank de boetes voor de jaren 2008 en 2009 terecht heeft vernietigd.