Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaarvan de
gemeente Leeuwarden(hierna: de heffingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 februari 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende, [X] [Z], tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De zaak betreft de aanslag forensenbelasting die aan belanghebbende was opgelegd voor het jaar 2013 door de heffingsambtenaar van de gemeente Leeuwarden. De heffingsambtenaar had de aanslag vastgesteld op € 783, en na bezwaar was deze gehandhaafd. De rechtbank had het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna belanghebbende in hoger beroep ging.
Het geschil draait om de vraag of belanghebbende de recreatiewoning, gelegen aan de [a-straat] 12 te [C], op meer dan 90 dagen in het belastingjaar 2013 voor zichzelf of zijn gezin beschikbaar heeft gehouden. Belanghebbende stelde dat hij de woning niet meer dan 90 dagen voor eigen gebruik had, terwijl de heffingsambtenaar dit betwistte. Het Hof oordeelde dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat het aantal dagen waarop de woning door hem of zijn gezin zelf werd gebruikt, niet meer dan negentig was.
Het Hof overwoog dat belanghebbende, gelet op de gemotiveerde betwisting door de heffingsambtenaar, niet heeft aangetoond dat de woning gedurende de gestelde perioden niet beschikbaar was voor eigen gebruik. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het hoger beroep van belanghebbende werd ongegrond verklaard. De proceskosten werden niet toegewezen.