In deze zaak gaat het om de aftrekbaarheid van scholingsuitgaven door een belanghebbende die een opleiding tot verkeersvlieger heeft gevolgd. De belanghebbende heeft in 2013 kosten gemaakt voor verschillende trainingen en opleidingen, die hij als scholingsuitgaven in zijn aangifte inkomstenbelasting heeft opgevoerd. De inspecteur van de Belastingdienst heeft deze aftrekken geweigerd, wat leidde tot een rechtszaak. De rechtbank Gelderland verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond, waarna de belanghebbende hoger beroep aantekende bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Tijdens de zitting heeft de belanghebbende aanvullende informatie over de trainingen ingediend, waaruit bleek dat de trainingen onder begeleiding van een instructeur plaatsvonden. Het Hof oordeelde dat de belanghebbende aannemelijk had gemaakt dat de kosten voor de trainingen als scholingsuitgaven konden worden aangemerkt, omdat deze plaatsvonden in het kader van een leertraject. Het Hof vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en stelde de te verrekenen persoonsgebonden aftrek vast op een bedrag van € 91.417, inclusief de kosten die als scholingsuitgaven zijn aangemerkt.
Daarnaast werd de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende, die in totaal € 2.226 bedroegen. De uitspraak benadrukt het belang van het kunnen aantonen van een leertraject voor de aftrekbaarheid van scholingsuitgaven in de inkomstenbelasting.