Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
de moeder,
de GI.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 november 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2016, die onder toezicht was gesteld van een gecertificeerde instelling. De moeder, die het eenhoofdig gezag over de minderjarige heeft, was in hoger beroep gegaan tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Midden-Nederland, waarin een machtiging tot uithuisplaatsing was verleend. De moeder voerde aan dat zij zich aan de afspraken had gehouden en dat de miscommunicatie tussen zorgorganisaties niet aan haar te wijten was. Het hof oordeelde echter dat de gronden voor uithuisplaatsing nog steeds aanwezig waren, gezien de complexe problematiek van de moeder, waaronder verslavingsproblematiek en een belaste voorgeschiedenis. Het hof concludeerde dat de moeder op dat moment niet in staat was om een veilig opvoedingsklimaat te bieden voor de minderjarige, en bekrachtigde de eerdere beschikking van de rechtbank. De beslissing werd genomen in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige.