Uitspraak
[appellant],
Smurfit,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- een antwoordakte van Smurfit d.d. 2 juli 2013 (met productie),
- een akte van [appellant] d.d. 24 maart 2015 (met producties),
- een antwoordakte van Smurfit d.d. 14 april 2015.
"om bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad d.d. 8 september 2011 (…) te vernietigen en opnieuw rechtdoende het in eerste aanleg gevorderde toe te wijzen met veroordeling van geïntimeerde in de kosten van deze procedure in beide instanties."
3.De vaststaande feiten
"Reden verwijzing: oordeel artrosis MCP 2 rechts en MCP 2, 3 links (verzoek voll van Erve, orthopeed)Anamnese: mechanisch type klacht MCP 2R en 2, 3L ws tgv zwre werk als papiersnijder; inmiddels al wel nieuwe machine. Daarnaast heftruckchauffeur. (…)Diagnose: akkoord artrosis, geen argumenten gevonden voor reumatoide artritis of hemochromatosis."
"Werknemers moeten met handheftruck pallets van +/- 1000 kg in machine drukken over opstaande rand. Positioneren van pallets met handheftrucks is zeer zwaar werk. Een aantal hebben hierdoor al rug klachten gekregen.(…)Platen staan niet recht op pallet waardoor deze met hamer recht moeten worden geslagen. Soms moeten ze met de hand op nieuw gestapeld worden.Verwijderen van afval bij snijmachine in te hoge dozen geeft schouder en arm klachten.(…)Werknemers geven aan dat er:- een te hoge werkdruk is, waardoor het werk achterstand oploopt;- (groot aantal geeft aan dat er) een minder goede werksfeer is en dat men zich niet gewaardeerd voelt;- te veel achterstand van het werk is;- te veel moet worden overgewerkt;- (TD werkt structureel over)- conflicten zijn met collega's door hoge werkdruk en daardoor onprettige sfeer op de werkvloer is.Werknemers moeten geregeld overwerken. Al of niet vrijwillig. Een enkeling geeft aan hierdoor druk op het gezin is komen te liggen."
"zijn er mogelijkheden voor ander / aangepast werk?JaZo ja, welke?Eigen werk m.u.v. zwaar tilwerk."
"Voorgeschiedenis algemeen:(…) De klachten waarvoor betrokkene uitgevallen is zijn werkgerelateerd. Er is sprake van een (vermoedelijke) beroepsziekte. Een aantal activiteiten zijn niet meer mogelijk. Derhalve is de functie-inhoud aangepast aan de ervaren beperkingen en werkt betrokkene hele dagen in aangepast grotendeels eigen werk.Medische voorgeschiedenis:15 jaar terug whiplashtraumaCARASeborrhoisch eczeemHuismijtallergieAnamnese:De huidige klachten worden veroorzaakt door een artrose van MCP II rechts en MCP II en III links. Deze artrose is naar alle waarschijnlijkheid veroorzaakt door het jaren lang oppakken en in de machine voeren en verwijderen van grote stapels papier. Bij belasting van de handen ontstaat zwelling, roodheid en pijn.(…)Visie van belanghebbende:Betrokkene acht zich geschikt voor de deels aangepaste eigen werkzaamheden. Hij verwacht dat hij met een productieverlies van 25% draait tov zijn collega's.(…)Beschouwing:(…) Gezien de geconstateerde afwijkingen, de ervaren beperkingen en de prognose acht ik de belasting in de huidige aangepaste functie als passend. Daar er sprake is van beperkingen die een direct medisch objectiveerbaar gevolg zijn van ziekte en gebrek is de belastbaarheid verwoord in een blp ter bepaling van het theoretisch verdienvermogen.
"4. Werkzaamheden of omstandigheden die tot de aandoening hebben geleid (blootstelling): handmatig inleggen + uithalen stapeltjes papier/karton (groot formaat vellen).Zo mogelijk bootstelling karakteriseren: 20.000 kg papier per dag in de handen.5. Economische activiteit werkgever ten tijde van blootstelling: fabricage luxe verpakkingsmateriaal.6. Diagnose/klinisch beeld: arthrose MCP II Rechts + MCP II + III Links, pijn + stijfheid / gestoorde functie.CAS: L649Omschrijving: Arthrose7. Hebben naar uw mening persoonlijke eigenschappen of preexistente aandoeningen in overwegende mate bijgedragen aan het manifest worden van de aandoening?: Neen.8. Hoe waarschijnlijk acht u de causale relatie tussen het klinisch beeld en de blootstelling aan het schadelijk agens?: Mogelijk"
"Vraagstelling: gaarne hulp bij arthroseklachten met veel pijn in de handen waardoor werken niet goed lukt. Diagnostiek door collega [B] maakt een inflammatoire oorzaak onwaarschijnlijk. De oorzaak ligt waarschijnlijk in tien jaar overbelasting bij papiersnijden.Voorgeschiedenis: patiënt werkt sinds 1990 bij Kappa Zedek. Bij dit bedrijf werkt hij als papiersnijder en heftruckchauffeur. Het werk was tot voor 2000 fysiek zwaar; nadien zijn er nieuwe papiermachines en is de fysieke belasting aanzienlijk gereduceerd.Dhr. [appellant] meldt al geleidelijk toenemende pijnklachten in beide handen te hebben sinds 1996/97."
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
"CONCLUSIEVanaf 1989 werkte de heer [appellant] bij de firma Zedek te [A] in de kartonnage. Hij sneed papiervellen, 15.000 tot 25.000 per dag en stapelde deze maximaal 100 tot 140 stuks. Hij wisselde dit af met heftruckwerk. Vanaf 1995 kreeg hij last van zijn handen. Zijn handen gingen pijn doen en er traden zwellingen op. Aanvankelijk periodiek, maar deze periodes kwamen vaker en duurden langer. In 1995 heeft hij ook klachten gekregen van zijn rechterschouder, hetgeen hij weet aan het duwen van pakken van 200 kg, zij het met een luchtkussen.De handklachten zijn langzamerhand iets verergerd, de schouderklachten zijn duidelijk toegenomen. Vanaf 1999 tot en met 2002 heeft hij voornamelijk als heftruckchauffeur gewerkt, periodiek afgewisseld met papier snijden. Vanaf 2002 heeft hij niet meer gewerkt, hij zat toen in de ziektewet en in 2006 is hij volgens zijn mededeling (anamnestisch) voor 100% afgekeurd.De klachten bevinden zich vooral in de rechterschouder en de rechterbovenarm. Deze treden vooral op bij draaibewegingen, bij school- en vlinderslag tijdens het zwemmen en duwen in de stand van de armen en schouders recht naar voren.Bij onderzoek worden aan de cervicale wervelkolom geen afwijkingen gevonden. Ook de schouderfunctie is met name in de rotaties links en rechts gelijk, alleen de anteflexie en de abductie zijn rechts licht beperkt. Oriënterend neurologisch onderzoek levert geen afwijkingen op.De polsfunctie is links en rechts gelijk en onbeperkt. De afwijkingen in functie van de vingers bevinden zich vooral in de distale interfalangeale gewrichten van digitus II tot en met V in beide handen.Röntgenologisch worden aan de rechterschouder en de cervicale wervelkolom geen afwijkingen gevonden. Aan beide handen wordt osteoarthrose gevonden. Links het meest uitgesproken in digitus I en II, de metacarpofalangeale gewrichten en de distale interfalangeale gewrichten I, II en III.Aan de rechterzijde bevindt zich een osteoarthrose in het interfalangeale gewricht van de eerste straal, het metacarpofalangeale gewricht van de tweede straal, het PIP-gewricht van de vijfde vinger en het DIP-gewricht van de tweede en de derde vinger. De vierde en de vijfde vinger vertonen röntgenologisch geen afwijkingen.In vergelijking met de opnames uit 2006 uit Deventer is een geringe toename van de osteoarthrose zichtbaar.De schouder en cervicale wervelkolom vertonen hetzelfde beeld als in 2009.BEANTWOORDING DER VRAGEN zoals vastgelegd in het vonnis van de Rechtbank Zwolle-Lelystad d.d. 08-01-2009 ad. 5, bladzijde 2.Ad. 5a)[Hebt u voor het samenstellen van uw rapport de beschikking gekregen over alle medische informatie betreffende [appellant] ? Zo niet, welke informatie heeft ontbroken en wat was daarvan de oorzaak? Acht u aannemelijk dat de conclusies van uw bevindingen in relevante mate zouden afwijken als die informatie was verstrekt?]
Voor het samenstellen van het rapport heb ik de beschikking gekregen over de processtukken en met name de volgende producties: A, B, C, D, E, G, J, M, N, O, T, en de röntgenfoto's uit het Deventer Ziekenhuis van november 2004 tot en met 28 oktober 2008 (digitaal op CD)Ad. 5b)[Constateert u bij onderzoek tekortkomingen in het functioneren van de rechterschouder en/of beide handen, hoofd, nek van [appellant] , en zo ja, welke?]
Bij onderzoek constateer ik geen tekortkomingen in het functioneren van de nek van de heer [appellant] .De rechterschouder vertoont een anteflexie van 170º en dit is 10º minder dan aan de linkerzijde en een abductie van 160º en dit is 20º minder aan de rechterzijde. De rotaties zijn onbeperkt.Aan de handen constateer ik een beperking van 30º in de DIP-gewrichten van beide tweede stralen. De PIP-gewrichten zijn onbeperkt.In digitus IV en V is een lichte beperking van 10º ten opzichte van normaal in de DIP-gewrichten. De kracht is 5/5.Ad. 5c)[Wilt u bij uw anamnese ook aandacht schenken aan de anamnestische aspecten van het letsel, het verloop van de klachten, de toegepaste behandelingen, het ervaren resultaat van deze behandelingen en de door [appellant] ervaren beperkingen met betrekking tot school- of beroepsactiviteiten, activiteiten in en rond het huis, activiteiten in het alledaagse leven en hobby's en recreatieve bezigheden waaronder sport?]
De anamnese vermeldt duidelijk het verloop van zijn klachten en de beperking die dit heeft opgeleverd in zijn werkzaamheden. Vanaf 2002 heeft hij niet meer gewerkt en vanaf 2006 is hij volgens zijn mededeling tijdens de anamnese volledig afgekeurd in verband met klachten van zijn rechterschouder en zijn handen. Met name de pijn in zijn handen heeft hierbij de doorslag gegeven. In zijn hobby's ondervindt hij beperkingen, in die zin dat hij wat minder lang in zijn tuin kan werken, met name het stekken van planten, nogal fijn werk, levert pijnklachten op. Hij fietst elke dag 20 km, maar heeft een toerfiets met stuuraanpassing nodig.Ad. 5d)[Welke stoornissen blijken uit uw anamnese en onderzoek, en welke beperkingen vloeien (direct of indirect) voort uit de door u vastgestelde stoornissen? Welke van de door [appellant] aangegeven beperkingen acht u aannemelijk op grond van de door vastgestelde stoornis(sen)?]
Alle beperkingen en pijnklachten in zijn handen kunnen verklaard worden door de bij het onderzoek en röntgenonderzoek beschreven arthrose (slijtage) in de kleine vingergewrichten. Aan de schouder rechts worden röntgenologisch géén afwijkingen gevonden.Ad. 5e)[Wilt u elke stoornis/diagnose op uw vakgebied opsommen met daarachter welk percentueel functieverlies hiermee overeenkomt? Wilt u dat functieverlies uitdrukken volgens de richtlijn van de AMA-guides (laatste druk), aangevuld met eventuele richtlijnen van uw eigen beroepsvereniging?]
Op basis van het klachtenpatroon, het onderzoek en de op de röntgenfoto's geconstateerde slijtage in de kleine vingergewrichten, kan het functieverlies berekend worden volgens de richtlijnen in de AMA-guides, vijfde editie.(…)De totale invaliditeit is voor de linker bovenste extremiteit 2%, dit is 1% voor de gehele mens en voor de rechter bovenste extremiteit 1%+1%+2%=4% en dit is 2% voor de gehele mens. De totale invaliditeit voor de gehele mens is 1%+2%=3%.Ad. 5f)[Verwacht u in de toekomst nog relevante verbeteringen of verslechteringen van de geconstateerde tekortkomingen en zo ja welke en op welke termijn?]
Ik verwacht in de toekomst uiteraard een toename van de osteoarthrose in de kleine vingergewrichten. Echter op welke termijn dit zal plaatsvinden, gezien zijn hobby's en het feit dat de heer [appellant] niet meer werkt, kan ik niet voorspellen.Ad. 5g)[Uitgaande van de in het tussenvonnis van 10 juli 2008 onder 2 vastgestelde functieaspecten van het beroep van papiersnijder, zoals door [appellant] in dienst van Smurfit verricht, acht u dan aannemelijk dat de door u geconstateerde tekortkomingen, zoals hiervoor onder b bedoeld, een gevolg zijn van die werkzaamheden? Indien u deze vraag bevestigend beantwoordt, kunt u dan zoveel mogelijk gemotiveerd en in een percentage aangeven de mate van waarschijnlijkheid ten aanzien van dat causale verband?]
De heer [appellant] is geboren in 1960 en dus 49 jaar oud. Op het moment dat hij deze klachten kreeg, was hij 35 jaar oud en op zijn 42e had hij zoveel klachten dat hij niet meer werken en in de ziektewet verkeerde. In 2006 is hij volgens zijn mededeling voor 100% afgekeurd voor het werk als papiersnijder. In de familieanamnese komen geen duidelijke klachten van slijtage van de vingers. In ieder geval heeft hij dat anamnestisch niet bevestigd. Het is derhalve aannemelijk dat door het vele repeterende werk, 15.000 tot 25.000 vellen per dag snijden en stapelen in stapels van maximaal 100 tot 140 stuks, deze klachten kunnen ontstaan, zij het dat betrokkene daarvoor toch enige aanleg moet hebben. Het percentage invaliditeit komt dan 100% ten laste van deze werkzaamheden, indien wij dit causale verband aannemen. Handklachten kunnen ontstaan door werkzaamheden, althans niet uitgesloten is dat deze klachten ook ontstaan op basis van aanleg.(…)Conclusie: behoudens de biologische medische behandeling van de locale problematiek is het erg belangrijk om de psychosociale factoren en een goede begeleiding van de werknemer door werkgever en medische diensten in te stellen.De heer [appellant] heeft tussen 1993 en 1999 enige aanpassingen in zijn werkzaamheden gehad. Echter toen zijn collega schouderproblemen kreeg, kreeg hij deze werkzaamheden erbij en werd met name de afwisseling met het werken met een heftruck weggelaten. Hij kreeg toen alleen maar het repeterende snijwerk, acht uur per dag. In 1995 heeft hij een periode gehad waarin hij alleen maar in de heftruck heeft gereden. Zijn arm- en schouderklachten namen toen toe. Ook het werk met een nieuwe automatische snijmachine heeft niet geleid tot vermindering van de klachten. Ik acht derhalve zijn klachten werk gerelateerd.Ad. 5h)[Indien u de hiervoor onder g als eerste gestelde vraag bevestigend beantwoordt, is er dan sprake geweest van een bijzondere kwetsbaarheid aan de zijde van [appellant] waardoor die werkzaamheden juist bij hem tot de hoor u vastgestelde afwijkingen konden leiden?]
Zie 5g.Ad. 5i)[Indien en voor zover door u functionele beperkingen van blijvende aard worden geconstateerd, waaruit bestaan die beperkingen op basis van uw onderzoek dan precies en in welke mate is [appellant] daarin dan beperkt? Op welk percentage schat u dan de mate van blijvende functionele invaliditeit van het getroffen lichaamsdeel, respectievelijk de mens, het gezonde lichaamsdeel respectievelijk de gehele gezonde mens stellende op 100%? Hebt u in dat geval nog therapeutische suggesties en zo ja, welke precies en welk resultaat mag daarvan dan redelijkerwijze verwacht worden ten aanzien van de huidige invaliditeit en beperkingen?]
Ik acht de functionele beperking van blijvende aard. Osteoarthrose van de kleine vingergewrichten is in principe niet te genezen. Wel zijn de pijnklachten met behulp van medicatie, NSAID's, eventueel ofschoon dat niet bewezen is glucosamine 1500 mg per dag, vaak redelijk onder controle te houden. Dit zijn mijn therapeutische suggesties."
"Beantwoording vraag 2Ad 2a+b:[a. De deskundige heeft - in strijd met het tussenvonnis van 8 januari 2009 - geen kennis genomen van alle beschikbare medische gegevens betreffende eiser, en heeft blijkens zijn rapport slechts van de processtukken met producties en röntgenfoto's uit het Deventer ziekenhuis van november 2004 tot en met 28 oktober 2008 (digitaal op cd) kennis genomen. Daarmee zijn zijn bevindingen dus op onvolledige medische informatie gebaseerd (beantwoording van vraag a uit het tussenvonnis van 8 januari 2009).
b. Gelet op deze onvolledige informatie konden de vragen in het tussenvonnis van 8 januari 2009 onder D, F, G, H, J niet volledig worden beantwoord.]
De medische gegevens van 1990 tot en met 2004 zijn uiteindelijk aangeleverd door DeMedicus@Intermediair, Drs. [H] , RGA en worden meegewogen in deze beantwoording.Ad 2c:[Het rapport biedt onvoldoende inzicht in de causaliteitsvraag. Bij de beantwoording van die vraag zijn ten onrechte niet betrokken activiteiten van eiser in de privésfeer die ook een lichamelijke belasting kunnen hebben meegebracht of aan de ontstane situatie kunnen hebben bijgedragen. Zo blijkt uit het rapport dat eiser als grote hobby tuinieren heeft, dat hij dagelijks 20 km fietst, en in het verleden werkzaam is geweest als landbouwer/veehouder.]
De causaliteitsvraag is mijns inziens voldoende beantwoord. Klachten van arthrose, pijn en bewegingsbeperking kunnen verergeren door overbelasting. Of deze overbelasting in werk of privésfeer ligt doet er niet toe. Hoe veel, hoe snel en hoe erg de klachten en afwijkingen door overbelasting verergeren is niet in maat en getal vast te leggen. De persoonlijke en erfelijke factoren spelen hierbij een rol. Werk, hobby's en voorgeschiedenis, bijvoorbeeld een ongeval in het verleden,kunnenhier een invloed op hebben.Ad 2d:[Volgens medische literatuur is de geconstateerde aandoening van ostheoartrose multifactorieel bepaald. De deskundige geeft aan in zijn rapport dat eiser voor de ontwikkeling van deze aandoening enige aanleg moet hebben maar verbindt daaraan vervolgens geen conclusie.]
Zoals onder 2c vermeld is, speelt een bepaalde familiaire/erfelijke aanleg een rol. Volgens het medisch dossier van de huisarts in 2004 heeft betrokkene Heberdense knobbeltjes. Dit indiceert arthrose in de kleine hand- en vingergewrichten. Dit komt veel voor en is vaak familiair bepaald. Betrokkene heeft mijns inziens aanleg voor arthrose in de kleine hand- en vingergewrichten.Ad 2e:[De omstandigheid dat bij recent röntgenologisch onderzoek enige progressie van de aandoening is geconstateerd, terwijl eiser al meerdere jaren in het geheel geen loonvormende arbeid meer verricht, lijkt te wijzen op een andere, en bovendien nog steeds voortdurende oorzaak dan de werkbelasting bij gedaagde.]
De geconstateerde progressie van de arthrose in de kleine handgewrichten zonder voortdurende werkbelasting, maar wel belasting in het algemeen dagelijks leven en hobby's is een normaal verloop van arthrose in die gewrichten. De snelheid en ernst van progressie is niet voorspelbaar.Ad 2f:[De door de deskundige geconstateerde klachten en beperkingen zijn relatief mild van aard en rechtvaardigen niet de conclusie van volledige arbeidsongeschiktheid op medische gronden. Die conclusie lijkt evenmin gerechtvaardigd door de hobby's, zoals het dagelijks 20 km fietsen, het tuinieren en het verrichten van onderhoudswerkzaamheden aan een huis in Tsjechië.]
Zie het antwoord op vraag 2e."
De kantonrechter heeft het door [appellant] gevorderde afgewezen en [appellant] veroordeeld in de kosten van het geding.
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
zeven grievenopgeworpen. De grieven beogen het geschil in volle omvang aan het hof voor te leggen en zullen om die reden niet afzonderlijk worden besproken.
Bovendien geldt, onder meer op grond van het arrest van de Hoge Raad van 17 november 2000 (ECLI:NL:HR:2000:AA8369), dat van Smurfit, als werkgever die op grond van artikel 7:658 lid 2 BW door een werknemer wordt aangesproken, in het kader van de motivering van de betwisting van de stellingen van [appellant] mag worden gevergd dat zij in het algemeen de omstandigheden aangeeft die meer in haar sfeer dan in die van [appellant] liggen.
De arbeidsomstandigheden
was bij Smurfit werkzaam in de functie van papiersnijder en heftruckchauffeur. Zijn taken bestonden onder andere uit het snijden van papier met behulp van een snijmachine. Daartoe haalde [appellant] het te snijden papier met een heftruck op een pallet uit het magazijn. De pallet werd vervolgens op een stapellift gezet, waarna de lift op de juiste positie werd geplaatst. Het handmatig plaatsen van de stapellift was zwaar werk, onder andere doordat de stapellift instabiel was. In de situatie vóór de brand in 1999 (hierna: de oude situatie) werden de vellen papier vervolgens handmatig van de stapellift op de snijmachine gestapeld. Smurfit heeft erop gewezen dat de stapellift in hoogte verstelbaar was en op dezelfde hoogte kon worden gezet als de snijmachine. De getuigen [I] , [J] en [K] hebben evenwel, conform de stelling van [appellant] , verklaard dat de stapels papier regelmatig zo hoog waren dat de papiersnijder het eerste deel boven zijn macht van de stapel af moest pakken. [appellant] pakte, afhankelijk van het formaat papier, enkele centimeters papier in voorovergebogen houding van de stapel waarbij hij zijn handen in knijphouding belastte. Bij het grootste formaat papier (110 x 160 cm) werd een stapel van ongeveer 2 tot 3 cm, inhoudende 100 tot 120 vel, met een gewicht van ongeveer 400 gram per vel, tegelijk opgepakt. Aldus betrof het circa 40 à 48 kilo. Bij het kleinste formaat (70 x 100 cm) ging het om stapels van 4 á 5 centimeter, bevattende ongeveer 200 vel, met een gewicht van ongeveer 150 tot 175 gram per vel. Aldus betrof het circa 30 à 35 kilogram. Weliswaar was het volgens Smurfit aan de papiersnijder zelf om te bepalen hoeveel papier hij tegelijk oppakte, terwijl ook de hoogte van de stapel die hij onder de snijmachine liet snijden ter vrije bepaling was, maar [appellant] heeft er onweersproken op gewezen dat er in de praktijk altijd stapels van enkele centimeters dik tegelijk gepakt werden, omdat het anders moeilijk was de stapel papier uiteindelijk recht te krijgen. Gesteld noch gebleken is dat [appellant] is geïnstrueerd over de (maximale) hoeveelheid papier die per keer kon worden gesneden.
Uit deze gegevens volgt naar het oordeel van het hof dat [appellant] zeer geregeld meer dan 25 kg diende te tillen. Dat sluit ook aan bij de RIE 2001, die als een van de knelpunten beschrijft dat op meerdere plaatsen in het bedrijf geregeld meer dan 25 kg dient te worden getild.
Het recht leggen van het papier gebeurde door het handmatig loswaaieren van de vellen, waarna het papier recht werd gelegd door de stapel met een houten blok aan te kloppen. Dit aankloppen gebeurde in een voorovergebogen houding. Vervolgens werd het papier gesneden en werden de gesneden vellen weer op de stapellift gelegd. De snijtafel was uitgerust met een luchtblaasmechanisme, waardoor het papier makkelijker over de tafel gemanoeuvreerd kon worden. Het verschuiven van het papier gebeurde echter wel handmatig en kostte handkracht.
Per dag verwerkte [appellant] op deze wijze ongeveer 15.000 tot 25.000 vellen papier.
Vanaf 2000 was een snijmachine in gebruik genomen die voorzien was van een automatische op- en afstapeling van het papier.
Het snijafval dat bij het snijden ontstond werd in afvalcontainers of in hoge dozen geworpen. In de RIE 2001 is beschreven dat het verwijderen van het afval in te hoge dozen schouder- en armklachten geeft.
en Smurfit twisten over de verhouding tussen de snijwerkzaamheden en het heftruckwerk. [appellant] stelt dat zijn werkzaamheden tot 1997 voor 90% uit snijwerk bestonden, terwijl Smurfit meent dat [appellant] in veel grotere mate heftruckwerk heeft gedaan. Op grond van de verklaringen van de getuigen [L] en [I] , die beiden verklaard hebben dat de werkzaamheden van een papiersnijder/heftruckchauffeur voor 60% uit snijwerk en voor 40% uit heftruck werk bestonden, en de verklaring van [K] in de rapportage van [M] (productie 1 bij conclusie van dupliek), die uitging van een 50%/50% verhouding, alsmede in aanmerking genomen de omstandigheid dat [appellant] (aanvankelijk) een voorkeur had voor snijwerkzaamheden en zijn collega's daarom regelmatig vroeg het snijwerk voor hem te laten liggen, gaat het hof er vanuit dat [appellant] in de periode tot 1997 in overwegende mate snijwerkzaamheden heeft verricht, terwijl hij in 1996 als gevolg van de uitval van collega [L] tot 1997 al het snijwerk voor zijn rekening heeft genomen. In de periode na 1997 heeft [appellant] als gevolg van bij hem ontstane klachten in mindere mate snijwerk verricht.
Tot de werkzaamheden van [appellant] behoorde tevens het vervangen van de messen in de snijmachine. [appellant] heeft onweersproken verklaard dat de messen ongeveer eens per vier weken vervangen moesten worden, dat de messen ongeveer 25 kilogram wogen en het verwijderen van de messen in een moeilijke houding gebeurde. Dit wordt onderschreven door de getuigen [N] , [I] en [J] , die hebben verklaard dat het vervangen van de messen zwaar werk was.
[appellant] maakte vanaf 2000 één tot enkele keren per dag lijm aan, waarbij hij per keer vijf zakken lijm van 25 kilogram in een trechter leeg moest gooien.
Ten aanzien van de werkdruk waaronder de werkzaamheden werden verricht heeft [appellant] aangevoerd dat de druk hoog was omdat de machines moesten blijven draaien en er vaak spoed was bij een klus. Smurfit heeft daar tegenin gebracht dat op het snijwerk geen tijdsdruk zat en dat [appellant] zijn eigen tempo kon bepalen. In de RIE 2001 is echter opgenomen dat de werknemers hebben aangegeven dat sprake is van een hoge werkdruk, waardoor het werk achterstand oploopt, dat er teveel achterstand van het werk is en dat er te veel moet worden overgewerkt. In de RIE wordt Smurfit geadviseerd om systematisch aandacht te besteden aan de werkdruk en het werktempo. De RIE 2001 biedt dan ook steun voor de stelling van [appellant] dat de werkdruk hoog was. Het hof gaat er dan ook vanuit dat de werkdruk zoals [appellant] die ervaren heeft hoog was.
Tot slot staat vast dat [appellant] bij Smurfit geen vaste pauzes had. Volgens Smurfit kon [appellant] regelmatig pauze nemen, maar uit de in zoverre onweersproken verklaringen van [appellant] en getuige [J] blijkt dat de werknemers hun lunch vrijwel altijd tijdens het werk nuttigden, terwijl gesteld noch gebleken is dat de werknemers werden geïnstrueerd om ook daadwerkelijk hun pauzes te nemen.
De gezondheidsklachten
Het verband tussen de arbeidsomstandigheden en de gezondheidsklachten
"Het is derhalve aannemelijk dat door het vele repeterende werk, 15.000 tot 25.000 vellen per dag en stapelen van 100 tot 140 stuks, deze klachten kunnen ontstaan, zij het dat betrokkene daarvoor toch enige aanleg moet hebben. (…) Handklachten kunnen ontstaan door werkzaamheden althans niet uitgesloten is dat deze klachten ook ontstaan op basis van aanleg. (…) Ik acht derhalve zijn klachten werkgerelateerd."Na kritiek op de rapportage van de zijde van Smurfit, heeft dr. [G] in zijn aanvullende rapportage omtrent de causaliteit het volgende opgenomen:
"De causaliteitsvraag is mijns inziens voldoende beantwoord. Klachten van arthrose, pijn en bewegingsbeperking kunnen verergeren door overbelasting. Of deze overbelasting in werk of privésfeer ligt doet er niet toe. Hoe veel, hoe snel en hoe erg de klachten en afwijkingen door overbelasting verergeren is niet in maat en getal vast te leggen. De persoonlijke en erfelijke factoren spelen hierbij een rol. Werk, hobby's en voorgeschiedenis, bijvoorbeeld een ongeval in het verleden kunnen hier een invloed op hebben."Op grond van de bevindingen van dr. [G] kan naar het oordeel van het hof niet geconcludeerd worden of de bij [appellant] geconstateerde tekortkomingen al dan niet een gevolg zijn van de arbeidsomstandigheden waaronder hij bij Smurfit werkzaam is geweest, laat staan hoe groot de mate van waarschijnlijkheid is dat causaal verband bestaat tussen de klachten en de werkomstandigheden. Door dr. [G] is slechts in zijn algemeenheid aangegeven dat handklachten kunnen ontstaan en/of verergeren door overbelasting in werk- of privésfeer, terwijl persoonlijke en erfelijke factoren tevens 'een rol' spelen.
De zorgplicht
Bovendien staat vast dat [appellant] zijn handen bij het verwerken van de vellen in knijphouding belastte, terwijl hij onder een hoge werkdruk moest werken en hij geen (vaste) pauzes had. Met het laatste is voldoende aannemelijk geworden dat [appellant] geregeld (in strijd met het bepaalde in artikel 5:4 Arbeidstijdenwet) meer dan vijfeneenhalf uur aaneengesloten heeft gewerkt.
grief 3, waarin [appellant] opkomt tegen het voorshands oordeel van de kantonrechter dat geen sprake is van een zorgplichtschending, slaagt.
De slotsom
dinsdag 22 november 2016voor opgave van de verhinderdata van partijen zelf en van hun raadslieden voor de periode van drie maanden na bovengenoemde rolzitting, waarna de raadsheer-commissaris dag en uur van de verschijning zal vaststellen;