ECLI:NL:HR:2007:AZ6717
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Werkgeversaansprakelijkheid bij tillen van zware oven en zorgplicht van de werkgever
In deze zaak gaat het om de werkgeversaansprakelijkheid van [verweerster] voor de schade die [eiser] heeft geleden na een ongeval bij het tillen van een zware oven. [Eiser], werkzaam als horeca verkoopmedewerker, heeft op 4 mei 1998 rugklachten ontwikkeld na het tillen van de oven, die op dat moment in het restaurant van [verweerster] werd geïnstalleerd. [Eiser] heeft zijn werkgever aangeklaagd op basis van artikel 7:658 BW, dat de zorgplicht van de werkgever regelt. De kantonrechter heeft in eerste instantie de vordering van [eiser] toegewezen, maar [verweerster] heeft hoger beroep ingesteld. Het gerechtshof heeft het eindvonnis van de kantonrechter vernietigd en de vordering van [eiser] afgewezen, waarbij het hof oordeelde dat [verweerster] niet tekort was geschoten in haar zorgplicht. [Eiser] heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft het arrest van het gerechtshof vernietigd en de zaak verwezen naar het gerechtshof te 's-Gravenhage. De Hoge Raad oordeelde dat het hof een onjuiste rechtsopvatting heeft gehanteerd met betrekking tot de zorgplicht van de werkgever. De Hoge Raad benadrukte dat de werkgever, ingevolge artikel 7:658 BW, verplicht is om redelijke maatregelen te nemen ter voorkoming van schade aan werknemers. Dit houdt in dat de werkgever ook mechanische hulpmiddelen moet inzetten bij het tillen van zware lasten, zoals in dit geval de oven. De Hoge Raad concludeerde dat [verweerster] niet aan deze zorgplicht heeft voldaan, waardoor de vordering van [eiser] alsnog moet worden toegewezen. De zaak is terugverwezen voor verdere behandeling en beslissing.