Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift, ingekomen op 23 oktober 2015;
- het verweerschrift tevens incidenteel hoger beroep met producties 1 en 2, ingekomen op 5 januari 2016;
- het verweerschrift in het incidenteel hoger beroep met producties 1 tot en met 25, ingekomen op 18 april 2016;
- een journaalbericht van mr. Siebenga van 21 juli 2016 met producties 1 tot en met 5, ingekomen op 22 juli 2016;
- een journaalbericht van mr. Schepers van 12 augustus 2016 met producties A, B en C, ingekomen op diezelfde datum;
- een journaalbericht van mr. Siebenga van 15 augustus 2016 met producties, ingekomen op diezelfde datum;
- een journaalbericht van mr. Siebenga van 22 augustus 2016 met producties, ingekomen op diezelfde datum.
3.De vaststaande feiten
- [kind1] (verder te noemen: [kind1] ), geboren op [geboortedatum1] te [plaats4] , en
- [kind2] , geboren op [geboortedatum2] te [plaats4] ,
- vanaf 18 juli 2015 gedurende een weekend per veertien dagen van zaterdag na het middagslaapje van [kind2] (circa 14.30 uur) tot zondag 16.30 uur;
- vanaf 1 augustus 2015 totdat [kind2] vier jaar oud is:
- gedurende een weekend per veertien dagen van zaterdag 9.00 uur tot zondag 17.00 uur, alsmede
- gedurende het andere weekend van vrijdag na schooltijd tot zaterdag 11.00 uur, en daarnaast
4.De omvang van het geschil
- over de periode van 21 maart 2014 tot 1 januari 2015 vastgesteld op € 437,28 per kind per maand, met de bepaling dat de man de al door hem betaalde bedragen hierop in mindering mag brengen;
- over de periode van 1 januari 2015 tot 18 juli 2015 vastgesteld op € 398,28 per kind per maand, met de bepaling dat de man de al door hem betaalde bedragen hierop in mindering mag brengen;
- over de periode vanaf 18 juli 2015 vastgesteld op € 351,43 per kind per maand, met de bepaling dat de man de al door hem betaalde bedragen hierop in mindering mag brengen en wat de niet verschenen termijnen betreft bij vooruitbetaling te voldoen;
- de proceskosten aldus gecompenseerd dat iedere partij de eigen kosten draagt, en
5.De motivering van de beslissing
- over het jaar 2014: met € 578,33 per kind per maand minus € 25,- per kind per maand aan draagkracht van de vrouw, ofwel met (afgerond) € 553,- per kind per maand;
- over de periode van 1 januari 2015 tot 1 juli 2015: met € 582,96 per kind per maand minus € 25,- per kind per maand aan draagkracht van de vrouw, ofwel met (afgerond) € 558,- per kind per maand;
- over de periode van 1 juli 2015 tot 1 januari 2016: met (afgerond) € 583,- per kind per maand;
- over het jaar 2014 bedraagt de zorgkorting € 86,75 per kind per maand (15% van € 578,33), zodat de man in dat jaar (€ 553,- minus € 86,75 =) € 466,25 per kind per maand aan kinderalimentatie aan de vrouw dient te betalen;
- over de periode van 1 januari 2015 tot 1 juli 2015 bedraagt de zorgkorting € 87,44 per kind per maand (15% van € 582,96), zodat de man over die periode (€ 558,- minus € 87,44 =) € 470,56 per kind per maand aan kinderalimentatie aan de vrouw dient te betalen;
- over de periode van 1 juli 2015 tot 1 januari 2016 bedraagt de zorgkorting € 145,74 per kind per maand (25% van € 582,96), zodat de man over die periode (€ 583,- minus € 145,74 =) € 437,26 per kind per maand aan kinderalimentatie aan de vrouw dient te betalen;
- over de periode van 1 januari 2016 tot 8 februari 2016 bedraagt de zorgkorting € 147,64 per kind per maand (25% van € 590,54), zodat de man over die periode (€ 591,- minus € 147,64 =) € 443,36 per kind per maand aan kinderalimentatie aan de vrouw dient te betalen;
- over de periode vanaf 8 februari 2016 bedraagt de zorgkorting € € 147,64 per kind per maand (25% van € 590,54), zodat de man over die periode (€ 566,- minus € € 147,64 =) € 418,36 per kind per maand aan kinderalimentatie aan de vrouw dient te betalen.
6.De beslissing
- over de periode van 21 maart 2014 tot 1 januari 2015 € € 466,25 per kind per maand;
- over de periode van 1 januari 2015 tot 1 juli 2015 € 470,56 per kind per maand;
- over de periode van 1 juli 2015 tot 1 januari 2016 € 437,26 per kind per maand;
- over de periode van 1 januari 2016 tot 8 februari 2016 € 443,36 per kind per maand;
- met ingang van 8 februari 2016 € 418,36 per kind per maand, de toekomstige termijnen telkens bij vooruitbetaling te voldoen;