Uitspraak
[appellant],
1.[geïntimeerde1] ,
,
[geïntimeerde1],
2. [geïntimeerde2] ,
[geïntimeerde2],
3. [geïntimeerde3] ,
[geïntimeerde3],
4. [geïntimeerde4] ,
[geïntimeerde4],
[geïntimeerden] c.s.,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
"OVEREENKOMST VAN
: "kort gezegd e.e.a. is dermate verouderd en slecht dat een grondige en vooral vakkundige renovatie noodzakelijk is."en
"de door u geopperde gefaseerde (ivm aanwezigheid van bewoners) renovatie is totaal niet reeel. als het pand in stukjes en beetjes gedaan wordt, levert dat prutswerk op en is ekonomisch niet haalbaar."
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.Spoedeisend belang
grief 2). [geïntimeerden] c.s. hebben weliswaar aangevoerd dat het rapport summier en niet onderbouwd is, maar het hof volgt hen daarin niet. In het rapport worden per ruimte de gebreken en de te verrichten werkzaamheden omschreven, gestaafd met foto's. Het had op de weg van [geïntimeerden] c.s. gelegen om bij betwisting van de noodzaak van genoemde werkzaamheden en de daarvoor benodigde leegstand, dit met feiten en omstandigheden te onderbouwen. Het enkele feit dat een nieuwe groepenkast is geplaatst,de water- en de gasleidingen zijn gecontroleerd (mva nr. 13) en eerdere werkzaamheden tijdens bewoning hebben plaatsgehad (rov. 3.9.), is in het licht van de (omvang van de) in het rapport genoemde gebreken onvoldoende (grief 2 slaagt).
6.De (verdere) beoordeling van de grieven en de vordering
de grieven 3 en 4. [appellant] heeft ter onderbouwing van zijn grieven gesteld dat hij op verzoek van [geïntimeerde1] de boerderij tijdelijk aan twee personen ter beschikking heeft gesteld. Enerzijds uit eigen belang omdat hierdoor de veiligheid van het pand werd vergroot, anderzijds om de helpende hand te bieden. Daarbij is de nadruk gelegd op de tijdelijkheid van de bewoning in afwachting van de door hem uit te voeren renovatie van de boerderij. Destijds is een kleine vergoeding afgesproken die tot strekking had om de onkosten te vergoeden die [appellant] maakte om de boerderij bewoonbaar te maken en te houden. [geïntimeerde1] heeft in 2014 verzocht om namens de "Informele vereniging Woongroep Boerderij [A] " de boerderij te mogen huren, hetgeen door [appellant] is afgewezen. Hier is verder niet meer over gesproken. Na enige onderhandelingen (rov. 3.10.) hebben partijen vier bruikleenovereenkomsten gesloten (rov. 3.11.), die uitsluitend betrekking hebben op het woongedeelte. Ieder betaalt voor het gebruik van het woongedeelte € 37,50 per maand voor het bewoonbaar maken en houden van het woongedeelte. Daarnaast betalen zij samen voor de septic tank € 15,-. Maandelijks wordt door [geïntimeerden] c.s. een bedrag € 250,- overgemaakt. In dit bedrag zitten naast voornoemde bedragen ook andere posten verwerkt, die niets met de gebruiksvergoeding voor de boerderij van doen hebben, zoals voor het gebruik van de schuur door [geïntimeerde1] en derden. Voor zover [geïntimeerden] c.s. bouw- en onderhoudswerkzaamheden hebben verricht en zij hiervoor kosten hebben gemaakt, is dat uitsluitend in hun eigen belang en volledig voor eigen rekening en risico geweest en kunnen deze niet worden gezien als huur in natura. De werkzaamheden zagen overigens voornamelijk op het schuurgedeelte, omdat [geïntimeerde1] deze na sloop van het dak in het kader van asbestsanering, weer geschikt wilde maken voor gebruik, aldus [appellant] .