ECLI:NL:GHARL:2016:825
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- mr. Beswerda
- mr. Kuiper
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 februari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam. De kantonrechter had het beroep van de betrokkene tegen een beslissing van de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard. De betrokkene, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. H.F.M. Struycken, heeft hoger beroep ingesteld, maar het hof oordeelt dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is vanwege termijnoverschrijding.
De beroepstermijn van zes weken, die begint op de dag na de verzending van de bestreden beslissing, eindigde op 26 november 2013. Het beroepschrift was gedateerd op 19 juni 2014 en werd op 20 juni 2014 ingediend, wat betekent dat het niet tijdig was ingediend. De gemachtigde van de betrokkene heeft betoogd dat de termijnoverschrijding moet worden gepasseerd op grond van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), maar het hof oordeelt dat het stellen van een beroepstermijn geen ongerechtvaardigde beperking vormt op het recht op toegang tot de rechter.
Het hof concludeert dat de termijnoverschrijding niet kan worden genegeerd en dat het hoger beroep daarom niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Tevens wordt het verzoek om vergoeding van proceskosten afgewezen. De uitspraak benadrukt de noodzaak van het naleven van wettelijke termijnen in bestuursrechtelijke procedures, ook in het licht van de rechten die voortvloeien uit het EVRM.