Dan ligt nog voor de vraag tegen welke waarde de woning in de verdeling tussen partijen dient te worden betrokken. De man betwist de overweging van de rechtbank dat tussen partijen de waarde van de woning niet in geschil is en dat deze bepaald kan worden op
€ 398.000,-. Hij stelt dat dient te worden uitgegaan van de waardeverklaring van A.P. Vogelzang, beëdigd register taxateur, werkzaam bij Vogelzang B.V. Makelaardij & Taxatiebureau te Oldenzaal, van 3 maart 2015 (productie 2 bij het beroepschrift), die de onderhandse vrije verkoopwaarde, vrij van huur en gebruik, schat op € 350.000,-. Bij het journaalbericht van mr. Ten Brummelhuis van 15 september 2015 is namens de man tevens overgelegd de
woz-beschikking 2015 die een waarde vermeld van € 385.000,-.
De vrouw is het niet eens met de door de makelaar geschatte waarde van € 350.000,- per
3 maart 2015, nu uit die schatting niet blijkt waarop die is gebaseerd. Ook met de gehanteerde peildatum van 3 maart 2015 is de vrouw het niet eens. Daarbij komt, aldus de vrouw, dat partijen omtrent de te hanteren waarde ter zitting bij de rechtbank reeds overeenstemming hadden bereikt, namelijk de door de man voorgestelde woz-waarde van € 398.000,-, en zij verwijst daarvoor naar het proces-verbaal van die zitting.