Uitspraak
de Stichting,
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.Het tussenarrest
- € 349.068,16, zijnde het totale bruto bedrag van de fictieve dienstverbanden betreffende [A] , [B] , [C] , [D] , [E] en [F] ;
- € 5.189,01, zijnde aan [geïntimeerde] betaalde bedragen voor uitgaven betreffende kerstfeesten, sinterklaasfeesten en afscheid groep 8;
- € 68.829,60, zijnde de kosten van Ernst & Young.
3.Eisvermindering na tussenarrest
(…) bij arrest, voorzover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
4.Ouderraadbijdrage
3.6. Bij brieven van 15 februari 2000, 4 maart 2002 en 11 september 2002 heeft [geïntimeerde] aan de penningmeester van de Ouderraad van de Arnhemse Buitenschool, verzocht om respectievelijk NLG 5.015,58, NLG 2.000,- en NLG 1.500,- over te maken naar ten name van [geïntimeerde] staande rekeningen met nummers [rek.nr.] en [rek.nr.] . Op dat laatste rekeningnummer is op verzoek van [geïntimeerde] bij ongedateerde memo ook een bedrag van NLG 2.894,49 overgemaakt. De in totaal overgemaakte bedragen, zijnde NLG 11.435,07 (€ 5.189,01) betreffen uitgaven voor kerstfeesten, sinterklaasfeesten en het afscheid van groep 8.”
5.8 (…) Daarnaast verwijt de Stichting [geïntimeerde] dat hij op de onder randnummer 3.6 genoemde wijze en data ten onrechte een totaalbedrag van € 5.189,01 aan het vermogen van de Stichting heeft onttrokken, althans niet in het vermogen van de Stichting heeft laten vloeien, door dat totaalbedrag op een aan hem toebehorende privé rekening te laten bijschrijven.”
- dat de Stichting het verweer van [geïntimeerde] niet heeft bestreden (sub 9 van de antwoord akte), zodat het hof ten onrechte heeft aangenomen dat zulks wel het geval is geweest;
- dat de bewijslast op de Stichting rust en niet op [geïntimeerde] (sub 10 van de antwoord akte), zodat het hof gelet op het gemotiveerde verweer van [geïntimeerde] op de (resterende) vordering van de Stichting de bewijslast van de Stichting heeft miskend;
- dat voor zover de bewijslast op [geïntimeerde] rust het hof ten onrechte [geïntimeerde] niet tot bewijslevering heeft toegelaten (sub 15 van de antwoord akte);
- dat de resterende vordering is verjaard, althans dat sprake is van rechtsverwerking (sub 17 van de antwoord akte), op welke verweren het hof ten onrechte nog niet heeft beslist.
Door de Stichting wordt gesteld dat de Sinterklaas- en Kerstfeest afrekeningen door hen zijn betaald. Hiervan wordt geen bewijs geleverd. Dit kan ook niet, omdat de rekeningen betaald zijn door de Ouderraad en de school slechts via de schoolrekening op naam van [geïntimeerde] een voorschot heeft gefinancierd. [geïntimeerde] biedt, zonodig, aan administratieve documenten die hierop zien over te leggen.”
[geïntimeerde] handhaaft zijn standpunt dat de betreffende afrekeningen volkomen legitiem zijn, dat door middel van bevoorschotting uitgaven zijn bekostigd welke afrekeningen via een rekening zijn gelopen, die weliswaar op naam van [geïntimeerde] stond, maar geen privé-rekening in de eigenlijke zin van het woord betrof. De rekening had zuiver ten doel als reserve te dienen van waaruit de algemeen directeur vooruitlopend op een definitieve afrekening zonder omwegen betalingen kon verrichten. Deze door stichting De Arnhemse Buitenschool gekozen werkwijze is gebruikelijk en volkomen legitiem. De systematiek van bevoorschotting is voorts volkomen inzichtelijk in de administratie verwerkt. De accountant, de heer [Y] , kan hierover verklaren. [geïntimeerde] biedt zonodig ter zake bewijs aan in de vorm van bewijs door geschrifte en door getuigenbewijs.”