Uitspraak
[appellant],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 30 mei 2013;
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord (met productie);
- de akte van [appellant] ;
- de antwoordakte van [geïntimeerde] ;
- het tussenarrest van 29 januari 2016;
- de op 22 maart 2016 gehouden comparitie en de daarbij overgelegde pleitnota’s.
"(…) bij arrest, voor zoveel mogelijk wettelijk uitvoerbaar bij voorraad:
3.De vaststaande feiten
“Overgenomen goederen:(hof: vervolgens is met de hand geschreven)
Slaapkamers boven rails vloerbedekking – deur – trap – hal – vliering vloerbedekking + gordijn en vitrage boven + voordeur. Rails kamer en Grote kast – bovenbouw – keukenkastje + halfkastje schoorsteeen – spiechel – tegeltjes, kamerdeur – Gangdeur -vloer kamer -Overkapping buiten + licht buiten – licht in de schuur, schutting om de garage – rolluiken – kachel maker. Rooie bakken – Garage – oprit lamellen, 2x een persoons bedden + diepvries laminaat.”Een bedrag als prijs voor de overgenomen zaken wordt in het formulier niet genoemd.
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
[geïntimeerde] zal worden veroordeeld tot betaling van een bedrag € 4.248,30, vermeerderd met rente en kosten omdat hij [geïntimeerde] heeft geholpen met de bouw van diens garage.