Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Arnhem
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
Die factoren moeten integraal worden geëvalueerd, rekening houdend met de individuele omstandigheden van het geval. Tot de in aanmerking te nemen factoren behoren met name alle plaatsen waar de schuldplichtige vennootschap een economische activiteit uitoefent en alle plaatsen waar zij goederen bezit, voor zover die plaatsen voor derden herkenbaar zijn.
- Cloudiax een volledige dochter is van de Duitse vennootschap AG Variatec (hierna: Variatec), die kantoor houdt in Emmerich (D) en de enige statutaire bestuurder is van Cloudiax,
- de administratie van Cloudiax en Variatec verstrengeld is in die zin dat zij hetzelfde (zelfontwikkelde) programma gebruiken, terwijl Cloudiax en Variatec daarin wel worden onderscheiden,
- de feitelijke aansturing van Cloudiax plaatsvindt en -vond door [de bestuurder 1] vanuit Apeldoorn, vanuit een naar diens zeggen bescheiden kantoor,
- Cloudiax gecontracteerd heeft met Nederlandse bedrijven (o.a. voor telefonie en administratie),
- Cloudiax Nederlandse schuldeisers heeft (Rabobank Apeldoorn en omstreken, Vodafone, de Belastingdienst en Flynth adviseurs en Accountants),
Deze factoren en omstandigheden evaluerend, oordeelt het hof dat het vermoeden niet is weerlegd dat Apeldoorn het centrum van de voornaamste belangen van Cloudiax is. Dit brengt mee dat de rechtbank op grond van artikel 3 lid 1 InsVo, gelezen in verband met artikel 2 lid 1 van de Faillissementswet (dat bepaalt dat de faillietverklaring geschiedt door de rechtbank van de woonplaats van de schuldenaar), bevoegd is de insolventieprocedure te openen.
4.De beslissing
12 juli 2016 en opnieuw rechtdoende: