Uitspraak
[appellant],
Hago,
1.Het geding in eerste aanleg
24 september 2014 en 14 januari 2015 van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Almere (hierna: de kantonrechter).
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
18 september 2012 heeft hij zijn werkzaamheden aldaar in dienst van Hago hervat.
4.De beoordeling in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven
grief IIkomt [appellant] op tegen de afwijzing van zijn beroep op de toegezegde verlenging van zijn contract bij Hago. Die grief is vergeefs voorgesteld, nu [appellant] ook in hoger beroep niet heeft onderbouwd op grond waarvan hij mocht aannemen dat [B] bevoegd was dienaangaande bindende toezeggingen te doen namens Hago, hetgeen Hago heeft betwist. Het enkele feit dat [B] de functie van rayonmanager had, zoals uit het door [appellant] overgelegde visitekaartje blijkt en door Hago is erkend, is geen bewijs van de hier bedoelde bevoegdheid.