Uitspraak
DCN,
De Boekhouder,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
De werkzaamheden
:”(...) Ik ben opnieuw benaderd door de belastingdienst om de
svp op de oppost debiteuren aangeven wat er van
“van de volgende facturen is geen
€ 159.939, de omzet BTW verlegd van € 15.858, de voorbelasting en de eerder aangegeven en afgedragen omzetbelasting, een nog aan te geven en af te dragen suppletie van
€ 83 berekend.
“Vandaag is contact gezocht door (...) met de heer [X] (van De
“(...)
“bijgevoegd een tweetal aanslagen vennootschapsbelasting die geheel conform
“Heren, ik heb nog even naar de omzetrekeningen 2004 gekeken en ik
“Hierbij doe ik de overzichten aan je toekomen.
“ [A] ,
onze bevindingen’’, met vermelding
f. controle foute BTW-afdracht ivm BTW
dcn bv, 30 nov. 2010-rev. 14 dec. 2010’van DCN aan mr. [B]
stukken”heeft [A] aan mr. [B] gemaild
“Zoals beloofd hierbij de stukken welke je net vroeg”.
“fout geboekt, onjuist geregistreerd”, “0 vs 19% fout verwerkt”, “afboeken
: “Als ik alle dubieuze debiteuren (
“(...) Inderdaad heb ik een fout gemaakt met het afboeken van de debiteuren. In het boekjaar 2004. Dit is nu gecorrigeerd. (...).“
‘vorderingen
: ”(...) Het
“Hierbij deel ik je mee dat wij de betalingen stopzetten mbt de nog openstaande
“(..)1. Op 15 november 2011 hebben wij dhr. [X]
“(...) 2. U spreekt van fouten in de jaarrekening, die
“(…). 1. Na onderzoek van de door de Boekhouder
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
€ 6.521,73, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 10 augustus 2012 over € 4.893,29 tot de dag der algehele voldoening en met buitengerechtelijke incassokosten. DCN heeft in reconventie gevorderd te verklaren dat De Boekhouder een vervangende schadevergoeding van € 7.648,82 en een bedrag van € 7.500 voor rente aan de ABN-AMRO aan DCN verschuldigd is.
4.De beoordeling van de grieven en de vordering
dat het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, Locatie Leeuwarden, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad het eindvonnis van 23 april 2014 vernietigt en, opnieuw rechtdoende, de vorderingen van geïntimeerde als eiseres in conventie afwijst en de vorderingen van appellante als eiseres in reconventie alsnog toewijst met veroordeling van geïntimeerde in de kosten van beide instanties”.
“Gelet op het voorgaande verzoekt DCN Uw Gerechtshof de vordering van DCN alsnog toe te wijzen, en de vordering tot schade – te vermeerderen met wettelijke rente – te begroten op€ 23.904,06.”
Niet (voldoende gemotiveerd) is dat de opdracht voor andere jaren anders is komen te luiden.
€ 733,29 en niet € 828,28. De Boekhouder heeft geen nadere toelichting op de berekening van het gevorderde bedrag gegeven, zodat in zoverre het vonnis in eerste aanleg vernietigd zal worden. Voor de vraag of matiging is aangewezen, moet aansluiting gezocht worden bij artikel 6:94 BW. DCN heeft geen feiten en omstandigheden gesteld op grond waarvan de bedongen incassokosten gematigd zouden moeten worden, zodat er geen grond tot matiging bestaat.
5.Slotsom
€ 1.920,- aan verschotten en op € 2.895,- (2,5 punten in tarief III) aan salaris van de advocaat.