Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen [geïntimeerde] naar aanleiding van een ongeval dat plaatsvond op 8 juli 2011 tijdens een minitriatlon georganiseerd door de middelbare school [B]. [Appellant] was niet deelnemer aan de wedstrijd, maar reed op zijn racefiets op het fietspad waar de wedstrijd plaatsvond. Tijdens het inhalen van een hardloopster door [geïntimeerde] vond er een aanrijding plaats, waarbij [appellant] ten val kwam en letsel opliep. In eerste aanleg heeft de kantonrechter de vordering van [appellant] afgewezen, waarna hij in hoger beroep ging. Het hof heeft de feiten uit de eerdere vonnissen van de rechtbank Midden-Nederland overgenomen en beoordeeld of [geïntimeerde] aansprakelijk was voor de schade van [appellant]. Het hof concludeert dat [appellant] niet heeft bewezen dat [geïntimeerde] een verkeersfout heeft gemaakt die tot het ongeval heeft geleid. De verklaringen van de getuigen ondersteunen de stelling van [geïntimeerde] dat hij niet in de fout is gegaan. Het hof bekrachtigt daarom het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep.