Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Apeldoorn(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
ad a.200830001 ( [J] ): [J] B.V. heeft aan de vennootschap [X] B.V. een factuur uitgereikt en wel in het jaar 2008. Deze factuur ziet op werkzaamheden die [J] B.V. voor het opzet van [X] B.V. heeft gedaan en deze werkzaamheden hebben zich hoofdzakelijk in het jaar 2007 afgespeeld. Dit omdat toen met de start van [X] B.V. veel werkzaamheden door [J] B.V. zijn gedaan om [X] B.V. op te kunnen zetten, zoals het zoeken naar een mobiele betoncentrale, locatie, e.d., anders was [X] B.V. nooit tot stand gekomen. Iemand, dus een B.V. moet toch met die werkzaamheden beginnen. Niemand begrijpt waarom dit punt zoveel aandacht krijgt. Bij de ene B.V. is het een opbrengst en de BTW is afgedragen en bij de inkoper, [X] B.V. is die factuur als kosten geboekt en de BTW is als voorbelasting verrekend. Dus neutraal! Tijdens het boekenonderzoek is dit punt al zo diepgaand met de controle ambtenaar, de heer [F] , doorgesproken. De verbazing is groots.
3.Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
4.Beoordeling van het geschil
[E] , heeft op 26 april 2012 een e-mail ontvangen van de boekhouder van belanghebbende met als bijlagen twee facturen: 653235 (NBI) en 2008181 ( [H] ). [E] heeft een kopie van deze facturen tijdens een gesprek op 15 mei 2012 aan de controleambtenaar [F] overhandigd. Deze facturen waren dus in bezit van de controleambtenaar. Het was dus duidelijk dat deze boekstuknummers geen fout bevatten. Indien dit tijdig was onderkend, was de naheffingsaanslag niet opgelegd en waren bezwaar en beroep niet nodig geweest, aldus belanghebbende. De Inspecteur bestrijdt dat de factuur 2008181 ( [H] ) vóór de ontvangst van de conclusie van repliek bij de Belastingdienst bekend was. De controleambtenaar,
[F] , ontkent dat hem een kopie van deze factuur is verstrekt tijdens de bespreking van 15 mei 2012. Deze bespreking ging niet over belanghebbende, maar over andere vennootschappen die tot dezelfde groep behoren als belanghebbende. Bovendien waren er meer boekstuknummers in geschil. Zelfs indien de controleambtenaar in het bezit was gekomen van beide facturen was een naheffingsaanslag opgelegd. De Inspecteur heeft voor het schrijven van de conclusie van dupliek in de procedure bij de Rechtbank, in de systemen van de Belastingdienst gekeken en vastgesteld dat de door [J] B.V. in rekening gebrachte omzetbelasting door laatstgenoemde was voldaan. Belanghebbende heeft de gevraagde gegevens niet overgelegd. Het was dus het eigen onderzoek van de Inspecteur dat tot vermindering van de naheffingsaanslag tot nihil heeft geleid, aldus de Inspecteur.