Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verder te noemen: [appellant] ,
appellant,
1.[geïntimeerde sub 1]2. [geïntimeerde sub 2] ,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.Debeoordelingvandegrievenendevordering
nietbindt (zie hiervoor onder 4.3). [geïntimeerde] heeft daarnaast aangevoerd dat de onderpacht tien jaar heeft geduurd. Dit tijdsverloop brengt, zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet mee dat [appellant] (alsnog) wordt gebonden. Dat [rentmeester] wegens een wijziging in zijn verzekeringsportefeuille op de hoogte is geraakt van de beëindiging van de verzekering voor de bedrijfsgebouwen van [geïntimeerde] is in elk geval onvoldoende. Dat [X] naar zijn zeggen in 2004 de jachtrechten van [appellant] slechts heeft willen verlengen omdat hij de grond van [geïntimeerde] onderpachtte, is gemotiveerd door [appellant] weersproken. Hoe dan ook stuit het beroep op deze omstandigheid af op de overweging dat het aanvaarden van een dergelijke voorwaarde eveneens een rechtshandeling is waarvan gesteld noch gebleken is dat [rentmeester] bevoegd was deze namens [appellant] te verrichten.
€ 212
€ 1.112
€ 388,84
€ 2.176,84
5.De beslissing
€ 2.176,84 en te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit arrest, en -voor het geval voldoening binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt- te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening;