Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[Stichting X],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
- [geïntimeerde] verhuurt aan [appellant] één van haar drie standplaatsen (in de zin van artikel 7:236 BW) aan [adres] , tegen een huurprijs van, per 1 juli 2013: € 133,97 per maand. Deze standplaats heeft het nummer 106 .
- [appellant] mag sinds 2005 krachtens een overeenkomst, die partijen bruikleenovereenkomst noemen, ook de andere twee standplaatsen van [geïntimeerde] gebruiken. Deze twee standplaatsen hebben de nummers 102 en 104 .
- Op 4 december 2013 heeft de politie op één of meer van de standplaatsen een hennepkwekerij aangetroffen, waarbinnen elektriciteit frauduleus werd afgenomen.
4.De procedure in eerste aanleg
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
Of [appellant] in eerste aanleg de gelegenheid heeft gehad om te weerspreken dat de achterstand was opgelopen tot drie maanden, is onzeker, maar in hoger beroep staat dit vast nu hij in zijn memorie van grieven de huurbetalingen van ná 23 april 2014 niet nader heeft gespecificeerd.
6.Slotsom
€ 1.598.