Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
"(…)
Vloeren:De beganegrondvloer is een in het werk gestorte gewapende betonvloer RC = +/- 3,5
De verdiepingsvloer is een
breedplaatvloer(Filigran) met een zwevende afwerkvloer
Zolder niet beloopbaar
(…)"
heeft op 4 december 2006 een offerte uitgebracht aan [appellant] , die op of omstreeks die datum door [appellant] is aanvaard en ondertekend.
"Hierbij heb ik het genoegen U de prijs te doen toekomen, betreffende de nieuwbouw van een woning aan de [adres] volgens tekening nr. [nummer] van architecten bureau [X] . Verder heb ik van de architect begrepen dat de aanbieding incl. het installatiewerk moest
De volgende werkzaamheden zijn in de aanbieding opgenomen.
(…)
- Leveren en aanbrengen stelkozijnen en kunststof kozijnen incl. HR++ glas. € 23.157,40
- Leveren en aanbrengen verdiepingsvloer als
kanaalplaatvloer. € 13.900,--
(…)
- Opgaaf volgens beschrijving [X] .
(…)"
"(...)
HOOFDSTUK 9. VOORAF VERVAARDIGDE STEENACHTIGE ELEMENTEN1. Fabrieksmatige onderdelen van beton.(…)
b. Verdiepingsvloer moet worden uitgevoerd als een
plaatvloer merk VBI of gelijkwaardig. De vloeren te leveren en aan te brengen met de nodige sparingen
(…)
HOOFDSTUK 17. STUCADOORSWERKEN(…)
3. De afwerking van de plafonds op de begane grond geschiedt middels het
uitvlakken van de betonplaten (geen V-naden zichtbaar).
(…)"
"(…)Scheurvorming in het stuukwerk van de plafonds:Klacht 1: Scheuren treden op in het stuukwerk ter plaatse van de kanaalplaat aansluitingen.(…)Beoordeling: Aan de hand van foto's, welke door [appellant] ten tijde van de bouw zijn gemaakt, alsmede het onderzoek ter plaatse heeft uitgewezen dat de verdiepingsvloer van zogenaamde kanaalplaatvloeren zijn gemaakt.Kanaalplaatvloeren zijn prefab gemaakte vloeren welke aan de onderzijde voorzien zijn van vellingkanten. Deze vellingkanten blijven doorgaans in het zicht. In deze kwestie zijn de vellingkanten dichtgesmeerd met een mortel, vermoedelijk roodband, waarna over de gehele breedte van de vellingkant een stukadoorgaas is aangebracht. Het stukadoorgaas laat los, hetgeen zich openbaart als scheurvorming. Als bijlage 1 voeg ik enige foto's toe waarop deze scheurvorming zichtbaar is. Op foto 3 is duidelijk zichtbaar dat het stukadoorgaas loslaat.Conclusie:Het toepassen van kanaalplaatvloeren is een constructie die scheurvorming in een plafond nimmer kan uitsluiten, vanwege het feit dat dat bij de in het werk gevulde naden onderling geen constructieve koppeling gemaakt kan worden en hierdoor de platen onderling verschillend kunnen werken. [geïntimeerde] had dit als bouwkundig aannemer moeten weten. Hij had dan ook moeten kiezen voor een ander vloersysteem. Het dichtsmeren van vellingkanten is zonder problemen mogelijk bij zogenaamde breedplaatvloeren. Deze vloeren worden onderling verbonden/gekoppeld door koppelwapening en doorlopende bovenwapening. Hierdoor ontstaat één geheel waarbij hooguit kleine haarscheurtjes kunnen ontstaan, welke goed weggewerkt kunnen worden. Daarnaast kan niet uitgesloten worden dat de voorbehandeling niet goed is geweest. Een veel voorkomend probleem is het nog aanwezig zijn van bekistingsolie, waardoor de ondergrond plaatselijk vet is en er geen goede hechting kan ontstaan.Herstel: Het aanbrengen van een nieuwe stuclaag zal niet tot een blijvende oplossing leiden. Door blijvende doorbuiging en bewegingswerking zullen de scheuren steeds terugkomen. Om een vlak plafond te creëren moet men een (stuc)gipsplatenplafond op houten draaglatten bevestigen aan de plafondzijde van de vloer. Hiermee ontstaat een opbouw die met de werking van de vloer kan mee buigen. De kans op scheurvorming is dan nog minimaal aanwezig.Klacht 2: Scheurvorming op de aansluiting van de wanden en de plafonds.Bevindingen: Bij de aansluiting van de wanden en de plafonds zijn delen van stuukgaas zichtbaar. Ook is zichtbaar dat het behang begint te wijken, met andere woorden het laat los van de ondergrond.Beoordeling: Zichtbaar is dat stukadoorgaas is gebruikt bij de aansluiting van de wanden en de vloeren. Op het fotoblad is dit bij foto 5 duidelijk waarneembaar. Onderzoek van alle aansluitingen heeft uitgewezen dat door de gehele woning bij de aansluitingen van de wanden en de vloeren het stuukgaas is toegepast. Over een groot deel van de woning is zichtbaar dat het behang loslaat.Daar waar dit nu nog niet is vast te stellen, zal dit na verloop van tijd zonder meer op gaan treden.Conclusie: Bij aansluiting van wanden en vloeren mag nimmer stukadoorgaas worden toegepast. Bij aansluitingen van de verschillende materialen dient te allen tijde een flexibele aansluiting of loskoppeling toegepast te worden. Doordat er bij de aansluiting van de wanden en vloeren stuukgaas is toegepast, is de benodigde loskoppeling volledig teniet gegaan en vormt de aansluiting één geheel wat nu juist niet de bedoeling is. Bij een juiste montage van de kanaalplaatvloeren op de binnenwanden dient een vilt te worden toegepast om de zetting en werking van de materialen alsmede een juiste drukverdeling toe te laten. Deze aansluiting wordt doorgaans afgekit dan wel afgewerkt met een geschikt profiel. Vervolgens kan de plafond- en wandafwerking worden toegepast.Herstel: Het stucgaas dient te worden doorgesneden om weer een volledige loskoppeling te krijgen. Door het aanbrengen van het (stuc)gipsplafond tegen de bestaande plafondzijde ontstaat een gunstige situatie. De nu door werking losgetrokken behangafwerking aan de bovenzijde wordt over een hoogte van circa 35 millimeter afgedekt door het (stuc)gipsplafond. Het is aannemelijk dat er geen herstel aan het behang hoeft plaats te vinden. Echter, er kan niet worden uitgesloten dat er tijdens het doorsnijden van het stucgaas meer schade ontstaat of zichtbaar wordt aan de behangafwerking.(…)Beantwoording vragen / Samenvatting van conclusiesOp basis van bevindingen komt de ondergetekende tot de volgende beantwoording van de vragen."1. Wat is de oorzaak van de scheurvorming?
4.Het geschil en de beoordeling in eerste aanleg
"(…) bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [geïntimeerde] te veroordelen tot vergoeding van de schade ter zake van de scheurvorming die [appellant] als gevolg van de verwijtbare tekortkoming van de aannemer heeft geleden, welke schade wordt geraamd op (€ 18.392,75 + € 1.540,00 =) € 19.932,75, althans op een door uw rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag en ter zake van herstel van de tochtoorzaak te verklaren voor recht dat de aannemer aansprakelijk is voor dit gebrek en dat hij gehouden is tot kosteloos herstel dan wel tot vergoeding van de door [appellant] te maken kosten van herstel door derden, met veroordeling in de kosten van deze procedure, de kosten van de raadsman van eiser daaronder begrepen."
Met betrekking tot de scheuren in het plafond
Als onvoldoende weersproken is komen vast te staan dat de vorming van scheuren in het plafond inherent is aan de toepassing van een kanaalplaatvloer. [geïntimeerde] kan deze werking van het materiaal echter niet aan [appellant] tegenwerpen indien komt vast te staan dat zij aan [appellant] heeft toegezegd een strak plafond zonder scheuren te leveren. Vervolgens heeft de kantonrechter [appellant] opgedragen dit laatste te bewijzen. Na bewijslevering door [appellant] heeft de kantonrechter geoordeeld dat [appellant] niet is geslaagd in het aan hem opgedragen bewijs. Voorts heeft de kantonrechter overwogen dat het optreden van krimpscheuren als zodanig niet als een tekortkoming kan worden beschouwd, nu dat inherent is aan de plaatsing van een verdiepingsvloer en gesteld noch gebleken is dat het gebruik van kanaalplaatvloeren in het algemeen ongepast is bij de bouw van een woning als de onderhavige. Ten slotte staat als onbetwist vast dat bij de toepassing van een breedplaatvloer, die meer kosten voor [appellant] zou opleveren, scheurvorming evenmin voorkomen kan worden, aldus de kantonrechter.
Met betrekking tot de tocht bij de kozijnen
5.Met betrekking tot de grieven
Kern van het geschil
Inhoud overeenkomst: breedplaat- of kanaalplaatvloer?
Naar het oordeel van het hof is de term "kanaalplaatvloer" niet voor tweeërlei uitleg vatbaar. [appellant] had redelijkerwijs dienen te begrijpen dat de offerte van [geïntimeerde] op dit punt afweek van de offerte van de Duitse aannemer, waarin een "breedplaatvloer" werd geoffreerd. De omstandigheid dat [appellant] de offerte niet op detailniveau heeft gecontroleerd (zie pleitaantekeningen in eerste aanleg, p. 2, 6e alinea) dient voor zijn rekening te blijven.
Op grond van de getuigenverklaring in eerste aanleg acht het hof niet bewezen dat [geïntimeerde] ten tijde van het opstellen van de offerte beschikte over de offerte van de Duitse aannemer dan wel over een (concept)werkomschrijving van [X] , waarin werd gesproken over een breedplaatvloer. Evenmin acht het hof bewezen dat [appellant] en/of [X] mondeling aan [geïntimeerde] hebben duidelijk gemaakt dat [appellant] een breedplaatvloer wenste. Nu [appellant] op dit punt geen nader, voldoende specifiek en concreet bewijsaanbod doet, zijn deze door hem gestelde omstandigheden niet komen vast te staan. [appellant] heeft daarnaast geen dan wel onvoldoende concrete feiten of omstandigheden gesteld die, indien bewezen, meebrengen dat hij in afwijking van de tekst van de offerte redelijkerwijs heeft mogen aannemen dat de offerte van [geïntimeerde] desondanks zag op een breedplaatvloer en dat [geïntimeerde] zulks redelijkerwijs had dienen te begrijpen. Daarmee is komen vast te staan dat de overeenkomst inhield dat [geïntimeerde] een kanaalplaatvloer moest leveren en plaatsen. Aangezien [geïntimeerde] aan deze verplichting heeft voldaan, is in zoverre geen sprake van een tekortkoming.
Werkomschrijving onderdeel van overeenkomst?
"De afwerking van de plafonds op de begane grond geschiedt middels het
uitvlakken van de betonplaten (geen V-naden zichtbaar)."
[appellant] stelt dat deze werkomschrijving dateert van 30 januari 2007 en dat deze - na aanvaarding door [geïntimeerde] - alsnog onderdeel is gaan uitmaken van de overeenkomst. Ter onderbouwing van deze stelling doet hij onder meer een beroep op de handgeschreven aantekeningen op de offerte, die afkomstig zouden zijn van [X] . Tevens doet hij in dit verband een beroep op een velletje - beweerdelijk door [X] gemaakte - aantekeningen, gevoegd achter de werkomschrijving (productie 1 bij de inleidende dagvaarding), waarop onder meer staat vermeld:
"geen krimpscheuren in plafond. akkoord."
"geen krimpscheuren in plafond. akkoord."
"(…) Bij de totstandkoming van de overeenkomst ben ik niet betrokken geweest. Dat is onderling gebeurd. De werkomschrijving heb ik nadien opgesteld. Ongeveer in maart 2007. Het contract was toen al gesloten.(…)Ik kan mij herinneren dat ik aanwezig ben geweest bij een bespreking met [naam][lees: [naam] ; toev. hof]
en de heer [appellant] , begin 2007. Het bestek, de werkomschrijving, is toen niet ter sprake geweest. Dat was er niet. Dat kwam pas in maart 2007. Wat er toen besproken is geweest, weet ik niet meer precies. (...) ik weet wel dat nadat het plafond ter sprake is geweest, de aannemer ook een meerprijs heeft gemaakt. Ik geloof voor een andere vloerconstructie.Dat de familie [appellant] heeft aangegeven dat zij een strak plafond wilden hebben, is wel gezegd. Wanneer weet ik niet, in ieder geval nadat de overeenkomst was getekend.Er is ook een bijeenkomst geweest naar aanleiding van de scheuren bij de familie [naam] . Of in de werkomschrijving staat dat 'een strak plafond' zou worden geleverd, weet ik zo niet. Wat ik mij kan herinneren over afspraken met betrekking tot de plafonds is weinig tot niets. U toont mij de laatste pagina van productie 1. Dat is mijn handschrift en is geschreven naar aanleiding van een bespreking tussen [appellant] en mij. Misschien was mevrouw [appellant] er ook bij en of de aannemer aanwezig was, weet ik niet. Er staat: "geen krimpscheuren in het plafond. Akkoord." Ik neem aan dat ik dit wel heb doorgegeven aan de aannemer, maar dat weet ik niet meer zeker. Misschien heeft hij naar aanleiding van dit verhaal een extra aanbieding gedaan. Dat weet ik niet.Op uw vraag of over het systeem of de keuze voor het materiaal van plafond/vloer is gesproken, antwoord ik u dat ik aanneem dat dat niet aan de orde is geweest. Dat zijn ook afspraken tussen de aannemer en de opdrachtgever. Ik denk niet dat het type vloer is omschreven. Met breedplaatvloeren heb je minder kans op krimpscheuren.U houdt mij de offerte voor van 4 december 2006. Het handschrift daarop is niet van mij. Die offerte ken ik wel. U houdt mij voor dat omschreven is dat gebruik gemaakt zal worden van kanaalplaten. Dat heb ik niet vooraf geweten.(...)Mr. Bolt verwijst naar de laatste pagina van productie 1 en vraagt mij waarom achter de opmerking "geen krimpscheuren" "akkoord" staat. Daarop antwoord ik u: dat weet ik niet. Het is mijn handschrift, maar ik herinner mij niet dat ik dit geschreven heb.Op de vraag van mr. Bolt of er op dit punt een akkoord bereikt is tussen partijen, antwoord ik u "nee, zo kun je dat niet zien."Op zijn vraag of de familie [appellant] dat met mij heeft afgesproken, antwoord ik ontkennend.(…)"
De leverancier en de fabrikant van de kozijnen hebben vastgesteld dat de kozijnen goed zijn gefabriceerd en geplaatst. De enige mogelijke oorzaak kan dan zijn gelegen in het feit dat de afwerking van de isolatie niet conform de werkomschrijving alsmede de eisen van goed en deugdelijk werk is uitgevoerd. Het is [appellant] gebleken dat de ruimte tussen de isolatie en de stelkozijnen niet door Ridder is afgedicht met purschuim. Door deze kieren stroomt naar het zich laat aanzien de koude lucht uit de spouw in de woning.
grieven III tot en met XIIIzijn gericht tegen het oordeel van de kantonrechter ten aanzien van de scheuren in het plafond. Het hof zal de grieven tezamen behandelen.
Schending waarschuwingsplicht bij het aangaan van de overeenkomst?
grief XII), maar deze grief is niet van enige onderbouwing voorzien, zodat het hof daaraan voorbijgaat. Nu [geïntimeerde] blijkens het vorenoverwogene niet op de hoogte was dan wel redelijkerwijs behoorde te zijn van de specifieke wens van [appellant] om een glad en strak plafond zonder zichtbare V-naden en/of krimpscheuren te krijgen, behoefde [geïntimeerde] niet te waarschuwen voor het feit dat bij toepassing van een kanaalplaatvloer het risico op krimpscheuren groter is dan bij toepassing van een breedplaatvloer.
Toezegging in later stadium?
nietbewezen kan worden geacht dat [geïntimeerde] aan [appellant] een als garantie op te vatten toezegging heeft gedaan. Weliswaar heeft [appellant] als getuige in deze zin verklaard, maar aangezien hij als partijgetuige dient te worden aangemerkt, dienen náást zijn verklaring aanvullende bewijzen voorhanden te zijn die zodanig sterk zijn en zodanig essentiële punten betreffen dat zij zijn partijgetuigenverklaring voldoende geloofwaardig maken (artikel 164 lid 2 Rv). Deze aanvullende bewijzen zijn naar het oordeel van het hof niet aanwezig. [naam] heeft integendeel als getuige verklaard dat hij niet heeft toegezegd dat er een plafond vrij van krimpscheuren zou komen. Hij heeft wel toegezegd dat hij zorg zou dragen voor deugdelijke maatregelen om scheurvorming te voorkomen. Daaronder verstaat hij het gebruik van gaas voor in de naden en in de hoeken. Ook met deze maatregelen zijn krimpscheuren echter niet geheel te voorkomen, aldus de getuigenverklaring van [naam] . [X] heeft als getuige de vraag of in zijn bijzijn door [naam] aan [appellant] is gegarandeerd dat een plafond vrij van krimpscheuren zou worden geleverd, ontkennend beantwoord. Voorts heeft [X] verklaard dat de brief van Mr. Bolt aan hem d.d. 1 december 2010 (productie 4 bij de inleidende dagvaarding) geen juiste weergave vormt van hetgeen tijdens een bespreking tussen hem, [appellant] en Mr. Bolt is besproken. In deze brief staat onder meer dat [X] aan mr. Bolt zou hebben verteld dat [naam] tijdens de tweede bouwvergadering aan hem heeft toegezegd dat geen scheuren in de plafonds zouden ontstaan.
Schending waarschuwingsplicht tijdens de uitvoering van de overeenkomst?
Zowel [appellant] , als [Z] hebben verklaard dat het bewuste gesprek over het plafond heeft plaatsgevonden tijdens de tweede bouwvergadering. Volgens [appellant] heeft die vergadering plaatsgevonden in januari 2007. [Z] heeft uitdrukkelijk verklaard dat ten tijde van deze bespreking de verdiepingsvloer al was geplaatst. [naam] heeft verklaard dat de verdiepingsvloer pas op 19 april 2007 is geplaatst, en dat [appellant] kennelijk 'in de war is met de tijd'.
Het hof acht op grond van deze verklaringen niet bewezen dat het gesprek over het voorkomen van krimpscheuren in het plafond heeft plaatsgevonden voordat de verdiepingsvloer is geplaatst. Nu de verdiepingsvloer er al lag, behoefde [geïntimeerde] niet meer te waarschuwen voor de nadelen van een kanaalplaatvloer ten opzichte van een breedplaatvloer. Hierop stuit het onderhavige beroep op schending van de waarschuwingsplicht af.
Ondeugdelijke uitvoering werkzaamheden?
Met betrekking tot de scheuren ter plaatse van de vellingnaden
mr. B.J.H. Hofstee, die daartoe zitting zal houden in het paleis van justitie aan het Wilhelminaplein 1 te Leeuwarden en wel op een nader door deze vast te stellen dag en tijdstip;
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zal opgeven op de
roldatum dinsdag