In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over een informatiebeschikking die door de Inspecteur van de Belastingdienst was vastgesteld. De belanghebbende, een taxibedrijf, had bezwaar gemaakt tegen deze beschikking, maar de Inspecteur verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk. De rechtbank Gelderland had het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarna de belanghebbende in hoger beroep ging. De kern van het geschil was of het bezwaar tijdig was ingediend. De belanghebbende stelde dat hij pas op 11 juli 2013 op de hoogte was van de informatiebeschikking, terwijl de Inspecteur aanvoerde dat deze op 19 maart 2013 in de brievenbus van de belanghebbende was gedeponeerd. Het Hof oordeelde dat de informatiebeschikking op 19 maart 2013 was bekendgemaakt, waardoor de bezwaartermijn op 20 maart 2013 begon. Aangezien het bezwaar pas op 6 augustus 2013 was ingediend, na afloop van de bezwaartermijn, was het Hof van oordeel dat de niet-ontvankelijkverklaring terecht was. Het hoger beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. De kosten werden niet vergoed.