3.6Bij schriftelijke overeenkomst van 12 juli 1989 (hierna: de overeenkomst), gesloten
tussen [bedrijf 1] en [bedrijf 2] heeft [bedrijf 1] haar kennis ter zake van voornoemde methode, alsmede de octrooiaanvraag en de daaruit voortvloeiende rechten aan [bedrijf 2]
overgedragen. Bij het sluiten van de overeenkomst is [bedrijf 1] destijds vertegenwoordigd door haar directeur [appellant]. In deze overeenkomst is onder meer bepaald:
"IN AANMERKING NEMENDE.
dat [bedrijf 1] een methode heeft ontwikkeld om op basis van een vezeldeken, een honingraatconstructie en een thermohardende kunsthars via een one-shot systeem een sandwichpaneel te construeren;
(...)
dat [bedrijf 1] haar kennis ter zake van voornoemde methode alsmede voornoemde octrooiaanvrage en de daaruit voortvloeiende rechten aan [bedrijf 2] wil overdragen.
VERKLAREN TE ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:
1. De huidige kennis ter zake van voornoemde methode, zomede voornoemde
octrooiaanvrage en de daaruit voortvloeiende rechten worden vooralsnog om niet
overgedragen.
2. [bedrijf 2] verplicht zich de verdere ontwikkeling, noodzakelijk om tot een voor de
markt aanvaardbare sandwichconstructie te komen, voort te zetten.
3. [bedrijf 2] verplicht zich de onderhavige octrooiaanvrage procedure voort te zetten
zover als mogelijk is en zonodig buitenlandse octrooiaanvrage procedures te starten, indien
in het betreffende buitenland een markt voor het sandwichpaneel aanwezig is.
4. Indien de sandwichconstructie na eventuele verdere ontwikkeling en octrooiverlening op de markt gebracht en verkocht gaat worden, dan zal aan [bedrijf 1] - na beëindiging van de 0-serie - een vergoeding worden voldaan bestaande uit de volgende percentages van de bruto-omzet van de sandwichconstructie:
2% tot 2 miljoen gulden
3% van 2 tot 5 miljoen gulden
4% van 5 miljoen gulden en meer,
zulks voor een periode van 10 jaar vanaf het einde der 0-serie.
5. [bedrijf 2] zal op eerste verzoek van [bedrijf 1] aan een door dezen aan te wijzen
registeraccountant haar administratie/financiële stukken ter inzage geven ter controle van de hierboven sub 4 genoemde omzet.
6. [bedrijf 2] is verplicht en verbindt zich jegens [bedrijf 1], die dit voor zich aanvaardt, de
ingevolge deze overeenkomst op [bedrijf 2] rustende verplichtingen bij overdracht van haar onderneming en/of de onderhavige octrooiaanvrage en de daaruit voortvloeiende rechten in welke en onder welke titel dan ook, aan die opvolger ten behoeve van [bedrijf 1] op te leggen dan wel van de overeenkomst tot overdracht genoemde verplichtingen woordelijk te doen deel uitmaken, zulks op verbeurte van een direct opvorderbare boete ad een miljoen gulden, met bevoegdheid van [bedrijf 1] de eventueel meer geleden schade ook te vorderen.