5.1Grief Iis gericht tegen rechtsoverweging 3.6, voor zover inhoudend:
“Hij wenst thans zijn horizon te verbreden door zich meer te verdiepen in de
ontwikkeling van programma’s in JAVA, waar zijn werkzaamheden bij Cimsolutions de
facto hoofdzakelijk bestaan uit beheersactiviteiten. Naar het voorlopig oordeel van de
kantonrechter moet die ambitie als een rechtens te respecteren belang worden aangemerkt.
De kantonrechter acht daarbij genoegzaam aannemelijk geworden dat [geïntimeerde] niet wordt
gedreven door geldelijk gewin — hij gaat er in dat opzicht op achteruit — maar door zijn passie om zich verder professioneel te bekwamen. Kennelijk heeft Cimsolutions hem in dat opzicht minder te bieden.”
Met
Grief IIwordt bezwaar gemaakt tegen rechtsoverweging 3.8, inhoudend:
“De aantrekkelijkheid van [geïntimeerde] , zo overweegt de kantonrechter verder, zit hem
voor Cimsolutions klaarblijkelijk in diens bovengemiddelde professionele competenties,
hetgeen Cimsolutions er begrijpelijkerwijze mede toe heeft aangezet om hem voor haar
bedrijf te behouden. Deze in zakelijk opzicht begrijpelijke wens van Cimsolutions kan haar
in het licht van de heersende jurisprudentie evenwel niet baten, waar een concurrentiebeding
niet tot doel kan hebben om werknemers binnen de poort te houden. Hetzelfde heeft te
gelden voor het door Cimsolutions (en nagenoeg al haar concurrenten) aangehangen principe dat werknemers, teneinde precedentwerking te voorkomen, altijd aan hun concurrentiebeding worden gehouden.”
Grief IIIheeft tot strekking dat de kantonrechter ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de in kort geding aangevoerde belangen van Cimsolutions. Daarbij gaat het haar in het bijzonder om voorkoming van bedrijfseconomische schade alsmede om bescherming van haar bedrijfsdebiet en om gedane investeringen. Voorts wordt met deze derde grief bezwaar gemaakt tegen rechtsoverweging 3.7, voor zover inhoudend:
“Voorts heeft de kantonrechter in aanmerking genomen dat de investeringen van
Cimsolutions in [geïntimeerde] als human capital gedurende de betrekkelijk korte tijd van diens
dienstverband niet exceptioneel mogen heten. Welbeschouwd heeft [geïntimeerde] tegen relatief
overzichtelijke kosten en met betrekkelijk geringe inspanning een aantal gangbare
certificaten verworven en heeft hij een internationaal congres bezocht, hetgeen hem noch
voor Cimsolutions noch in de markt zonder meer een extra gewild subject maken.”
Volgens Cimsolutions heeft de kantonrechter daarmee ten onrechte de omvang van de investeringen en het belang dat deze niet ten goede mogen komen aan een concurrent gebagatelliseerd, laat staan dat het enkele subjectieve belang in [geïntimeerde] dit belang terecht opzij zou kunnen zetten.