Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
Oplegging van straf en/of maatregel
tijdensde terechtzitting, bijvoorbeeld om aan de eerdere voeging klevende gebreken te herstellen. In het onderhavige geval heeft de benadeelde partij, voordat de eerste zitting plaatsvond, een schriftelijke vordering ingediend. Deze vordering is op de eerste zitting toegelicht, waarna er door de officier van justitie requisitoir is gehouden en door de verdediging verweer is gevoerd. Daarna is de behandeling van de zaak aangehouden met het oog op gewenste verduidelijkingen ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen. Op de tweede zitting heeft de benadeelde partij [benadeelde 1] de vordering gewijzigd, waarna er nogmaals is gerekwireerd en verweer is gevoerd.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
taakstrafbestaande uit een werkstraf voor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.
€ 29.700,- (negenentwintigduizend zevenhonderd euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
€ 59.280,- (negenenvijftigduizend tweehonderdtachtig euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.