Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
27 november 2013 en 19 maart 2014 die de kantonrechter (rechtbank Gelderland, team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Arnhem) tussen Gelredome als eiseres en het Gelders Stadion als gedaagde heeft gewezen.
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
In de huurovereenkomst staat, voor zover van belang, het volgende.
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
Tegen het tussenvonnis van 27 november 2013 heeft Gelredome geen grieven gericht.
Nu tegen dat vonnis: een kaal comparitievonnis, geen hoger beroep openstond, zal het hof Gelredome in haar beroep daartegen niet-ontvankelijk verklaren.
Bij de vaststelling van de feiten heeft het hof daarmee, voor zover niet bestreden dan wel juist, reeds rekening gehouden. Deze grieven slagen in zoverre.
Een multifunctioneel stadion als het Gelredome valt daaronder.
onderhouds-, herstel-, en vernieuwingswerkzaamheden (...) aan het gehuurde.
Bij deze grief heeft Gelredome, gelet op hetgeen naar aanleiding van grief 7 is overwogen, geen belang, zodat deze buiten verdere behandeling zal blijven.
maatschappelijke positie van partijen speelt daarbij een rol.
(HR 29 juni 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA4909) werd gekozen voor een in beginsel taalkundige uitleg van het betrokken commerciële contract.
5.Slotsom
€ 2.632,-(1 punt x tarief V)
27 november 2013;