3.5Het hof zal de vraag of er sprake is van consumentenkoop eerst behandelen. In artikel 7:5 lid 1 BW wordt consumentenkoop gedefinieerd als de koop met betrekking tot een roerende zaak die wordt gesloten door een verkoper die handelt in het kader van zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit en een koper, natuurlijk persoon, die handelt voor doeleinden buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit. Dat [geïntimeerde] als een professionele verkoper kan worden aangemerkt is niet in geschil, wel of [appellant] als natuurlijk persoon, die handelt voor doeleinden buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit (hierna ook aan te duiden als: consument) deze koop heeft gesloten. [appellant] dient te stellen en bewijzen dat hij als consument heeft gehandeld; hij heeft daartoe -samengevat- de volgende omstandigheden aangevoerd:
[appellant] heeft aangegeven de auto naar Afrika te zullen rijden om de auto daar persoonlijk te gebruiken;
de auto werd aangeboden op een website primair bedoeld voor consumenten;
de auto is op naam van [appellant] persoonlijk gesteld en geregistreerd op diens persoonlijke adres in Senegal;
[appellant] heeft reeds eerder auto’s en trucks in Nederland aangeschaft voor zakelijke doeleinden in het kader van zijn bedrijf, [appellant BV]. Bij die transacties stond op de transportpapieren steeds [appellant BV] vermeld, in tegenstelling tot de onderhavige koop, waarbij op de uitvoerdocumenten de naam van [appellant] persoonlijk is vermeld;
de factuur die door [geïntimeerde] in het geding is gebracht (productie 2 bij conclusie van antwoord) staat weliswaar op naam van [appellant BV], maar die factuur is niet bij de levering aan [appellant] opgesteld en overhandigd, maar na de koop eenzijdig door [geïntimeerde] opgesteld;
de aanbetaling voor de auto is gedaan vanaf een bankrekening op naam van de echtgenote van [appellant] en voor het overige contant betaald, hetgeen ongebruikelijk is wanneer in de hoedanigheid van handelaar wordt opgetreden;
[appellant BV] handelt voornamelijk in vrachtauto’s die naar Afrika worden verscheept; die vrachtauto’s worden op naam van [appellant BV] gesteld en gefactureerd en de koopprijs wordt betaald door overmaking vanuit bankrekeningen van [appellant BV] (zo blijkt uit bankafschriften) en niet van de privérekening van de echtgenote van [appellant].