2.7In de toelichting in het digitale aangifteprogramma bij dit onderwerp is het volgende vermeld:
Uitgaven voor levensonderhoud van kinderen jonger dan 30 jaar
Had u in 2009 een kind jonger dan 30 jaar dat niet in staat was om in zijn eigen levensonderhoud te voorzien? Kreeg u geen kinderbijslag voor dit kind? En had dat kind geen studiefinanciering of een tegemoetkoming in de studiekosten? Dan kunt u de uitgaven voor levensonderhoud onder bepaalde
voorwaardenaftrekken.
De volgende uitgaven mag u niet meetellen als uitgaven voor het levensonderhoud van kinderen:
- Uitgaven voor ziekte
(…)
- Uitgaven voor luxezaken, zoals een auto, huis, huwelijksuitzet of bijdrage op de spaarrekening
- (…)
Voorwaarden voor aftrek uitgaven levensonderhoud
U kunt per kalenderkwartaal aftrek krijgen van uitgaven voor het levensonderhoud van kinderen jonger dan 30 jaar. U moet dan bij het begin van het kwartaal voldoen aan bepaalde voorwaarden. Deze voorwaarden zijn:
-
Uw kind was aan het begin van het kwartaal jonger dan 30 jaar.
-
Uw kind kon in dat kwartaal niet zelf in zijn levensonderhoud voorzien.
-
In dat kwartaal kreeg niemand in uw huishouden kinderbijslag of een vergelijkbare buitenlandse uitkering voor dit kind.
-
Uw kind kon in dat kwartaal geen studiefinanciering, tegemoetkoming in de studiekosten of een vergelijkbare (buitenlandse) regeling krijgen.
-
Uw uitgaven voor het levensonderhoud waren voor dit kind in dat kwartaal minimaal € 408. Het moet gaan om uitgaven waarvoor u geen vergoeding kreeg. Als u een fiscale partner had, dan mag u de uitgaven van uw fiscale partner meetellen.
Uw situatie verandert
Verandert uw situatie tijdens een kwartaal, dan houdt u daar pas rekening mee in het eerstvolgende kwartaal. Voldoet u aan het begin van een kwartaal aan de voorwaarden voor aftrek levensonderhoud van kinderen? Dan mag u het vaste aftrekbedrag in dat kwartaal aftrekken. In de Tabel kwartaalbedrag uitgaven voor levensonderhoud kinderen vindt u het vaste bedrag dat u per kwartaal per kind mag aftrekken.
Eigen inkomen of vermogen kind
Had uw kind voldoende inkomen of vermogen om in zijn of haar eigen levensonderhoud te voorzien? Dan kunt u de kosten voor levensonderhoud niet aftrekken.
Voorbeelden (bedragen zijn kwartaalbedragen)
Nodig voor levensonderhoud
Inkomen kind
Uw bijdrage
Recht op aftrek?
€ 1.500
€ 0
€ 1.500
Ja
€ 1.500
€ 1.000
€ 1.500,
waarvan € 500 noodzakelijk was
Ja
€ 1.500
€ 1.300
€ 1.500,
waarvan € 200 noodzakelijk was
Nee
Voorbeeld 1
De uitgaven voor levensonderhoud van uw kind zijn per kwartaal € 1.500. Uw kind heeft geen eigen inkomen. Uw uitgaven voor levensonderhoud van dit kind waren minimaal € 408 per kwartaal. U krijgt de aftrek.
Voorbeeld 2
De uitgaven voor levensonderhoud van uw kind zijn per kwartaal € 1.500. Uw kind heeft een eigen inkomen van € 1.000. U betaalt € 1.500 - € 1.000 = € 500 per kwartaal. Uw uitgaven voor levensonderhoud van dit kind waren minimaal € 408 per kwartaal. U krijgt de aftrek.
Voorbeeld 3
De uitgaven voor levensonderhoud van uw kind zijn per kwartaal € 1.500. Uw kind heeft een eigen inkomen van € 1.300. U betaalt € 1.500 - € 1.300 = € 200 per kwartaal. Uw uitgaven voor levensonderhoud van dit kind waren lager dan € 408 per kwartaal. U krijgt geen aftrek.
Tabel kwartaalbedrag van uitgaven voor levensonderhoud
Leeftijd kind aan het begin van het kwartaal
Kosten voor levensonderhoud
Aftrekbaar
Jonger dan 6 jaar
Minimaal € 408 per kwartaal
€ 290
Van 6 tot 12 jaar
Minimaal € 408 per kwartaal
€ 350
Van 12 tot 18 jaar
Minimaal € 408 per kwartaal
€ 410
Van 18 tot 30 jaar
Minimaal € 408 per kwartaal
€ 350
Van 18 tot 30 jaar
Meer dan 50% bijdrage in de totale kosten
en minimaal € 700 per kwartaal
€ 700
Van 18 tot 30 jaar en het kind is uitwonend
90% of meer bijdrage in de totale kosten
en minimaal € 1.050 per kwartaal
€ 1.050