In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, die op 19 augustus 2014 het beroep ongegrond verklaarde. De heffingsambtenaar van de gemeente Wijchen had de waarde van een onroerende zaak vastgesteld en daarbij aanslagen voor onroerendezaakbelasting, afvalstoffenheffing en rioolheffing opgelegd. Belanghebbende betwistte de rechtmatigheid van de verordeningen voor rioolheffing en reinigingsheffingen, stellende dat de geraamde baten de geraamde lasten overtreffen, wat zou leiden tot onverbindendheid van de verordeningen. Het Hof heeft op 15 september 2015 uitspraak gedaan, waarbij het hoger beroep ongegrond werd verklaard. Het Hof oordeelde dat de heffingsambtenaar voldoende had aangetoond dat de geraamde lasten en baten in overeenstemming waren met de wetgeving. De heffingsambtenaar had de kosten en baten van de rioolheffing en reinigingsheffingen correct berekend en de opbrengstlimiet niet overschreden. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werden geen proceskosten toegewezen.