Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
28 juli 2015
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Arnhem(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
- De man dient € 117.500 aan de vrouw te voldoen in verband met de overwaarde van de echtelijke woning;
- De vrouw dient aan de man € 5.833 te voldoen in verband met het negatief saldo op de gezamenlijke bankrekeningen;
- De vrouw komt € 1.105 toe in verband met de polis bij [D] , de afkoopwaarde van de polis bij [E] moet nog door de man worden opgevraagd;
- De schade-uitkering en schenkingen van de vrouw hoeven niet verrekend te worden. Wel is de rente over de schade-uitkering aan te merken als inkomsten uit overgespaard vermogen die verrekend dienen te worden. De vrouw is gevraagd daarvan een opgave te verstrekken;
- Het vermogen van [F] BV, [G] BV (inclusief rekening courant) en [G] VOF blijven buiten het te verrekenen vermogen;
- De man kan in beginsel nog aanspraak maken op verrekening van de kosten van de huishouding, indien vast zou staan dat de vrouw naar evenredigheid van haar inkomen dan wel vermogen te weinig heeft bijgedragen in deze kosten. De man heeft zijn verzoek tot verrekening echter onvoldoende onderbouwd. De door de man gehanteerde methode van vermogensvergelijking kan niet worden gevolgd. De rechtbank ziet geen reden de man nader in de gelegenheid te stellen zijn standpunt alsnog te onderbouwen.
finale kwijtingterzake de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden, de verdeling van de beperkte gemeenschappen en de wet VP.
3.Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
4.Beoordeling van het geschil
5.Proceskosten
6.Beslissing
28 juli 2015in het openbaar uitgesproken.