In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Nederland. De zaak betreft een strafvervolging tegen [bedrijf] VOF, waarbij het openbaar ministerie niet-ontvankelijk is verklaard in de vervolging van het onder 3 tenlastegelegde feit. De verdediging voerde aan dat er sprake was van schending van het ne bis in idem-beginsel, omdat het tenlastegelegde feit hetzelfde feit zou zijn als dat in een eerder transactieaanbod van het openbaar ministerie was omschreven. Het hof heeft het onderzoek op de terechtzitting van 24 juni 2015 en de eerdere zitting in eerste aanleg in aanmerking genomen. Het hof oordeelde dat de juridische aard van de feiten verschilt, maar dat het rechtsgoed dat beschermd wordt, namelijk het milieu, hetzelfde is. De gedragingen van de verdachte werden als verschillend beoordeeld, maar het hof concludeerde dat de verschillen in tijd en plaats van beperkte betekenis zijn. Uiteindelijk oordeelde het hof dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging van het onder 3 tenlastegelegde feit, en vernietigde het vonnis waarvan beroep.