4.4In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel voor invoering van de margeregeling is onder meer het volgende opgemerkt (Kamerstukken II, 1994-1995, 23 952 , nr. 3; hierna: MvT):
“Bij het marge-systeem wordt dubbele heffing voorkomen in alle gevallen waarin een gebruikt goed door een niet-aftrekgerechtigde – veelal een particulier – weer in het handelscircuit wordt gebracht. De handelaar die de in zijn aankoopprijs begrepen (rest-)btw niet kan aftrekken, is bij doorverkoop van dat goed alleen btw verschuldigd over zijn winstmarge.” (MvT, onderdeel 1.1)
“De [margeregeling] kan alleen worden toegepast als de wederverkoper de goederen heeft verkregen van particulieren of van ondernemers die daarmee zijn te vergelijken omdat ze ter zake van de aankoop geen aftrek hebben genoten. In die situatie blijft immers rest-btw drukken omdat dit in de aankoopprijs van de wederverkoper begrepen bedrag, door hem niet kan worden afgetrokken of verrekend.” (MvT, onderdeel 1.4, onder 2.)
“De met een particulier te vergelijken ondernemers zijn:
- ondernemers die volledig vrijgestelde prestaties verrichten en het desbetreffende goed leveren met toepassing van de vrijstelling van artikel 11, eerste lid, onderdeel r, van de wet, waardoor het goed wordt geleverd zonder dat deze ondernemers btw zijn verschuldigd;
- zogenoemde kleine ondernemers die op grond van artikel 25, derde lid, van de wet, ter zake van hun leveringen zijn ontheven van hun administratieve verplichtingen en derhalve geen btw zijn verschuldigd, echter alleen als het de levering (aan de wederverkoper) van een in zijn bedrijf gebruikt bedrijfsmiddel betreft;
- wederverkopers die ter zake van hun leveringen aan een andere wederverkoper de marge-regeling toepassen;
- ondernemers als bedoeld in de vorige categorieën uit een andere lid-staat die soortgelijke leveringen verrichten.
Evenals bij particulieren heeft ook in deze gevallen geen aftrek plaatsgevonden ter zake van de oorspronkelijke aankoop, waardoor er nog btw rust op het desbetreffende goed. Door het in die gevallen slechts belasten van de bij doorverkoop door de wederverkoper gerealiseerde marge – de door deze wederverkoper toegevoegde waarde – wordt een dubbele heffing voorkomen.” (MvT onderdeel 1.4, onder 3).
“Op grond van de definitie van de wijzigingsrichtlijn zijn gebruikte goederen alle roerende lichamelijke zaken die, in de staat waarin zij verkeren of na herstelling daarvan, opnieuw kunnen worden gebruikt. Btw-technisch is eigenlijk de fysieke gesteldheid van een gebruikt goed — hoe oud en sleets is het goed — minder van belang. In beginsel is elk roerend goed – al is het een dag oud – dat vóór de doorverkoop aan een wederverkoper in handen is geweest van een niet-aftrekgerechtigde, een gebruikt goed.” (MvT, onderdeel 2.1)
“Een wederverkoper kan derhalve het marge-systeem toepassen op leveringen van goederen die hem binnen de Gemeenschap zijn geleverd door een particulier of door vergelijkbare niet-aftrekgerechtigden.” (MvT, onderdeel 5.3)