Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
20 januari 2015
AWB 13/5907, in het geding tussen belanghebbende en
1.Ontstaan en loop van het geding
7 december 2012, ingekomen op 13 december 2012, bezwaar gemaakt bij de Inspecteur tegen de conclusie uit het rapport dat hij niet is verzekerd ingevolge de volksverzekeringen.
2.Feiten
[in] 1972 Nederland is binnen gereisd vanuit Suriname teneinde in Nederland te gaan studeren en dat hij in mei 1974 in Nederland is gaan werken.
17 februari 1969 - zijn 15e verjaardag - tot en met 30 april 1974 niet verzekerd is geweest. Belanghebbende heeft daartegen bezwaar gemaakt. Bij besluit van 15 juli 2009 heeft de SVB het bezwaar ongegrond verklaard.
24 januari 2014, nr. 10/5564 AOW, ECLI:NL:CRVB:2014:228, geoordeeld dat belanghebbende in het tijdvak van 17 februari 1969 tot 13 augustus 1972 in Suriname woonde, dat belanghebbende in het tijdvak 13 augustus 1972 tot en met 30 april 1974 in Nederland een studie volgde en dat belanghebbende derhalve in dat tijdvak geen duurzame band van persoonlijke aard had met Nederland en mitsdien ook voor dat tijdvak niet op grond van artikel 6 van de AOW verzekerd is als ingezetene van Nederland. De Centrale Raad van Beroep heeft in dat verband overwogen dat voor de vraag of sprake is van verzekering ingevolge de AOW bepalend is of iemand ingezetene van Nederland is dan wel ter zake van hier te lande verrichte arbeid in dienstbetrekking onderworpen is aan loonbelasting, en dat het feit dat de Belastingdienst belanghebbende in een rapport uit de jaren ’70 als niet verzekerd ingevolge de volksverzekeringen heeft aangemerkt, niet doorslaggevend is voor de uitkomst.
3.Geschil
4.Overwegingen
5.Proceskosten
6.Beslissing
mr. A.J. Kromhout en mr. B.F.A. van Huijgevoort, in tegenwoordigheid van
mr. N.G.U. Bezemer als griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
20 januari 2015.
binnen zes wekenna de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij: