2.3De vordering van [appellant] luidt:
" Het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, d.d. 24 september 2014 te vernietigen in conventie en reconventie, voor zover in dit vonnis de woning aan de
[adres] te [plaats] voor een bedrag van € 97.411,-- aan de vrouw is toebedeeld, de aan de hypothecaire geldlening gekoppelde levensverzekeringspolis bij Centraal Beheer tegen een waarde van € 14.035,59 aan de vrouw is toebedeeld, en voorts het vonnis te vernietigen op onderdeel 5.1.3, waarin is vastgelegd dat de vrouw de op de woning rustende hypothecaire geldlening dient te dragen.
1. te verstaan dat de tussen partijen bestaande huwelijksgoederengemeenschap is verdeeld als volgt:
Aan de vrouw is toebedeeld:
- De inboedelzaken die zij onder zich heeft;
- De op haar naam staande bankrekeningen;
- De koopsompolissen ten name van de vrouw die zijn afgesloten ten behoeve van de kinderen van partijen;
- De auto van het merk Volkswagen;
- De belastingteruggave ten name van de vrouw;
- De contante waarde van het door de man opgebouwde weduwepensioen bij ABP en Walgemoed.
Aan de man is toebedeeld:
- De inboedelzaken die hij thans onder zich heeft;
- De op zijn naam staande bankrekeningen;
- De postzegelverzameling;
- De belastingteruggave ten name van de man;
- De contante waarde van het door de man opgebouwde ouderdomspensioen bij ABP en Walgemoed.
2. te verstaan dat elk der partijen recht had op de helft van; de waarde van de
levensverzekeringspolis bij Centraal Beheer, ten tijde van de echtscheiding vastgesteld op € 14.035,59;
3. te verstaan dat partijen ieder voor de helft draagplichtig waren voor de hypothecaire lening ten tijde van de scheiding, vastgesteld op € 57.176,28;
4. te verstaan dat elk der partijen de helft van het verschil ad € 43.140,41 moest dragen;
5. te verstaan dat de man hiervan heeft voldaan € 38.294,26;
6. te verstaan dat de vrouw hiervan heeft voldaan € 4.746,15;
7. te verstaan dat de man meer dan de helft heeft gedragen van hetgeen uit de verhouding tussen partijen voortvloeit;
8. te verstaan dat de man dientengevolge een vordering heeft op de vrouw van
€ 16.824,06;
9. te verstaan dat de man aan de vrouw uit hoofde van de verrekening van de
pensioenaanspraken een bedrag verschu1digd is van € 5.483,--;
10. de vrouw te veroordelen aan de man te voldoen een bedrag van € 11.341,06 ter
verrekening van de hierboven genoemde vorderingen, uiterlijk op de dag dat de woning aan een derde zal worden geleverd;
11. partijen te veroordelen over te gaan tot de verbintenisrechtelijke en goederenrechtelijke verkoop van de woning aan de [adres] te [plaats] en medewerking te verlenen aan het passeren van een voor de goederenrechtelijke levering noodzakelijke notariële akte, onder de verplichting de aan deze verkoop verbonden kosten bij helfte te dragen;
12. te bepalen, dat indien een der partijen niet terstond de volledige medewerking verleent aan het passeren van genoemde notariële akte, een medewerker van het notariskantoor de nalatige partij bij het passeren van de notariële akte zal vertegenwoordigen;
13. met afwijzing van hetgeen anders of meer gevorderd is;
14. de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
15. De vrouw te veroordelen in de kosten van de procedure."